Gegroet, julle wat was

Ek sou my ook maar net kon verbeel
hier het hulle met pyl en boog die rûens
afgedraf agter eland en leeu aan, die bloubok
gevolg oor glooiinge in fynboskleure, diere,
nou net in plaasname, gekwes en gedood,
want gesien kon ek hulle tog nooit,
nooit hul klikklankpratery hoor. Te lank gelede.
Te ver terug die geel jagtertjies en hulle buit.

Om die geheue wetenswaardig te voed maak ek staat
op argeoloog en geskiedskrywer van die afgelope eeu,
sodat ek prentjies in grotte van my verbeelding
op grond van ander se kennis kan teken,
goedbedoelend maar onbeholpe oproep wat was,
te laat spyt oor die siekte van hovaardigheid.

Gegroet, jullie van weleer

Ik kan me er met moeite een voorstelling van maken
hier renden ze met pijl en boog over de heuvels
achter elandantilope en leeuw aan, de blauwbok
achterna over glooiingen in fynboskleuren1, dieren,
nu alleen nog in plaatsnamen, gewond en gedood,
want gezien heb ik ze ook nooit, ze nooit
hun taal vol klikgeluiden horen praten. Te lang geleden.
Te ver terug die gele jagertjes met hun buit.

Om het geheugen wetenswaardig te voeden verlaat ik me
op archeoloog en geschiedschrijver van de afgelopen eeuw,
zodat ik in de grotten van mijn verbeelding op grond
van andermans kennis plaatjes kan tekenen,
goedbedoelend maar onbeholpen oproepen hoe het was,
te laat spijt over de ziekte van de hovaardij

Vertaling: Robert Dorsman

  1. fynbos: inheemse Zuid-Afrikaanse groenblijvende plantensoorten, vooral aan de zuidwestkust. Thans beschermd.