Er was nochtans iemand jarig
Het was Fons de windhondenfokker
Met een kroon zat hij op de bus
Somber voor zich uit te staren
Typisch jarige-mensengedrag
Toon me iemand die goed verjaart
En ik heb mijn idool gevonden.

Wanneer iedere regel met een hoofdletter begint
Is dat vooral gemakzucht
Het spijt me
Vele dagen gaan kapot
Door mijn luiheid
Mijn dagen gaan kapot
Die van jullie zijn gevuld
Met schelpen rapen en knijpen in aubergines
Tafeldecoratie en een ingrediënt
Voor de verjaardagsmaaltijd van vader.

Welke vader?
God of de zot
Die zong over lelijke eendjes in Gent
En zijn ukelele aan een wilg heeft gehangen
Met snaren en al?

Er is morgen iemand jarig
Met een kroon zal ze op een moeilijke stoel zitten
Ze zal ‘Was ik maar geniaal!’
En ‘Kon ik maar onbevreesd noten eten!’ jammeren
Achter de stoel zal een oude kruisboogschutter staan
Hij zal spreken over zijn ballongedilateerde aders
En over zijn zoon die twee jaar geleden een hazenlipkind heeft erkend.