Wittgenstein
kon bijzonder goed fluiten.
Het was een genoegen om hem een heel concert
te horen fluiten, van begin tot eind, waarbij hij zichzelf alleen onderbrak
om te wijzen op een bepaald detail in de melodische lijn.

Wittgenstein
was dol op de kermissen
die van tijd tot tijd naar Midsummer Common kwamen.
Hij genoot ervan om met stuivers naar een prijs te mikken.
Zijn ogen hield hij daarbij dicht.

Wittgenstein
had in zijn woonruimte
in Trinity College een kleine bloeiende potplant.
Een student die beneden hem woonde speelde vaak piano
waardoor Wittgenstein niet na kon denken. Hij loste dit probleem op
door een grote ventilator te kopen die een gelijkmatig geluid produceerde
dat sterk genoeg was om de piano te overstemmen.
De potplant hield daar niet van.

Wittgenstein
wilde als hij bij ons logeerde
na de maaltijd altijd met alle geweld
helpen met de afwas. Daarbij maakte hij zich erg druk
over de hoeveelheid zeep en warm water die gebruikt behoorden te worden
en over de vraag of de juiste soort vaatkwast werd gehanteerd.

Wittgenstein
overwoog als motto voor zijn boek
uit King Lear te citeren ‘I’ll teach you differences’.
Wittgenstein
merkte in een college eens op dat
‘problemen worden opgelost, niet door nieuwe
informatie te geven, maar door datgene wat wij al weten te ordenen’.

Wittgenstein
maakte een keer na het avondmaal
een wandeling op Midsummer Common met mijn vrouw en mij.
Wij spraken over de bewegingen
van de sterren en planeten in het zonnestelsel.
Wittgenstein
kwam plotseling op het idee dat wij drieën
de bewegingen van zon, aarde en maan zouden weergeven
in relatie tot elkaar.
Mijn vrouw was de zon en bleef
in een gestadige pas doorlopen over het grasveld.
Ik was de aarde en cirkelde in een drafje om haar heen.
Wittgenstein
nam van ons drieën de meest
inspannende rol, die van de maan, op zich.
Hij moest om mij heen hollen, terwijl ik om mijn vrouw cirkelde.
Hij speelde dit spel zeer enthousiast en riep ons al hollend aanwijzingen toe.
Wittgenstein
raakte helemaal buiten adem en werd duizelig van uitputting.
Hij zag de horizon golven.
Hoorde die lijn nu bij het veld van het gras of bij het vlak van de lucht?
Hij stond geruime tijd stil, de handen in de zij.

Naschrift

Wittgenstein
schreef vijf rode appels
op een briefje
en legde het op tafel
Vijf rode appels
staan op een briefje
liggen op tafel kijk
de tafel tilt een poot op
Vijf rode appels
rollen van tafel
vallen op de vloer
voelen wellicht pijn
de vloer wordt een veld
en speelt voor gras
want groen is hoger
Op het gras landt
uit het niets een ei
een ei dat au zegt
drie veertjes wordt
de wind telt tot do re mi
en voert de veertjes mee
Uitgeteld liggen de appels
op de vloer in het gras
rood stil en vijf
staan op een briefje
dat als een oor
uit het boek steekt
dat op tafel ligt
daar op die bladzijde
ben ik gebleven

K. Michel (1958) studeerde filosofie. Zijn recentste publicaties zijn Speling zoeken (verzamelde poëzie, 2016) en Te voet is het heelal drie dagen ver (gedichten, 2016).

Meer van deze auteur