Zoals je soms een kamer ingaat, niet weet waarvoor,

en dan terug moet langs het spoor van je bedoeling,

zoals je zonder tasten snel iets uit de kast pakt

en pas als je het hebt, weet wat het was,

zoals je soms een pakje ergens heen brengt

en, bij het weggaan, steeds weer denkt, schrikt,

dat je te licht bent, zoals je je, wachtend,

minutenlang hevig verlieft in elk nieuw mens

maar toch het meeste wachtend bent,

zoals je weet: ik ken het hier, maar niet waar het om ging

en je een geur te binnen schiet bij wijze van

herinnering, zoals je weet bij wie je op alert

en bij wie niet, bij wie je kan gaan liggen,

zo denk ik, denken dieren, kennen dieren de weg.