Redactioneel
Het was in de nacht
Van zeven januari 1856
Dat de toen nog onbekende
Natuuronderzoeker
Helmut Zacharias Wittenbols
(Helm)
Een unicum toevoegde aan zijn
Verzameling preparaten
Zijn vrouw had die morgen
Een zevenmaandskindje
Gebaard
Het gaapte en stierf
De baker waste het
De pastoor aaide het
En Helm Z. Wittenbols
Liet zijn zoon voorgoed los
In een bokaal met formaline
Hoogte 50
Diameter 35
Mondje wijdopen
Het was in die nacht
Dat de vader zag hoe
Zijn kind naar zijn plaatsje
Op de bodem
Zweefde
En hij begreep
De ziel stijgt niet op
Zij daalt aldoor
En hij begreep
Nooit was ik ouder
Dan mijn zoon
En hij begreep
De doden zijn altijd hier
En hij wist
Dat hij nooit genoeg begreep
Zo werd het ochtend
Zo werd het dag
De vader sloot
Zijn eeuwig geeuwende zoon op
In de eindeloze nacht
Van de preparatenkast
Vele kinderen later
Toen niemand meer
In een wonder geloofde
De duizendste Wittenbols
Opent de deuren
En zien gapen
Doet nog altijd gapen
De wetenschap staat
Voor een raadsel