Wat ik zojuist gedroomd heb, ga ik je niet vertellen.
Het woord is nu anders, zegt de dode maar nog altijd
veel geciteerde dichter, dan het in ’t donker is geweest.

De kans is dus klein dat je mij zou verstaan. En ik jou. Zie
hier de kern van het probleem. En jij maar non-stop fluiten
als je niets zinnigs wist te zeggen, als je wilde voorkómen dat

ik iets ging zeggen. Onze beste momenten waren als we, nee,
ik ga je niet vertellen dat ik ben afgedaald, net zo min als jij zegt:
ik was verdwaald. De taal die jij nu zwijgt, is niet de taal die ik leef.