Het fenomeen ufo’s spreekt tot de verbeelding van miljoenen mensen wereldwijd. Hun waar­nemingen of inbeeldingen leiden tot sterke verhalen, vaak over ontvoeringen. In veel verslagen beschrijven ‘ervaarders’ te worden overrompeld door buitenaardse wezens of meegenomen naar een plek in een lichtvlek, ruimteschip of vreemd laboratorium voor seksuele handelingen, meestal aangenaam. Het idee van interdimensionale en interplanetaire seks met andersoortige wezens die worden beschouwd als grotere ‘minds’, meesters van hogere dimensies, afkomstig uit de onvoorstelbaar grote ruimte, kan wijzen op diep verborgen en latente verlangens. Interessant genoeg evolueren de ufo-voorstellingen mee met onze percepties, referenties en projecties. De ongrijpbare, vliegende objecten zijn gladder en naadlozer van design geworden. Ze beloven met hun vorm een combinatie van kracht, angst voor het onbekende, toegang tot een hoger zelf, en lijken daarmee op meer dan één wijze op moderne seksspeeltjes. Deze ufo-ruimteschepen en mythische wezens worden getekend in de marges van onze representaties van de onvoorstelbaar grote ruimte, zoals vastgelegd door de officiële astronomie. Of aliens bestaan doet er voor mij niet toe. Ufo’s en hun vormen onderzoeken is een kaart maken van collectieve hoop en verlangens in een wereld die zich als te beperkt en bekend voordoet.