1.
Archiefvormer, ik heb staatsherinneringen.
Geluk als sombere tuin.
Ze hebben deze algemeenheden aan mij teruggegeven.
Ik nam genoegen met ideeën.
Op foto’s mijn gezicht als het klasseloze middenklassengezicht
van een jongen aan een meer op de Veluwe. Speculatieve onrust,
vage verknochtheid. Terwijl er wolkjes trekken over de zandduinen.
Ze hebben iets algemeens met mijn gezicht gedaan.

2.
Vanuit de Kamer werd gevraagd: Hoe slecht is deze tijd?
En dan zie je mij uitleggen hoe de wet werkt.
Er werd niet gevraagd: Moet die wet dan niet veranderen?
Toen werd ik herinnerd aan de schaduwen die over de wet schuiven
en verklaarde: Dit is de interpretatie van de belastingdienst.
Als iemand meer wilde weten over de schaduwen
maakte ik een vergeetachtig maar resoluut gebaar en zei:
Tijdens haar onderzoek ontving de commissie vele brieven
en e-mails van personen en organisaties.

3.
Uit een gladstammig eucalyptuswoud kom jij
een rapport brengen. De inhoud is nu bepalend.
De vraag of de juiste stukken zijn aangeleverd rijst in de vorm van een bloedmaan.
Ik knik veelbetekenend, maar weet niet precies wat er wordt bedoeld.

4.
Ik had een kindertijd van plastic en vlees. Varens en mist.
Ze gaven vaardigheden voor mijn trouw.
Ik gaf ze de geur van sloten bij avondval.
Mijn liefde werd met een diploma beantwoord.
Voor ik ga slapen sta ik naast mijn bed.
Er was iets belangrijks. Met dat besef ga ik liggen
als een stramme vampier.
Bestuur is de autobiografie van de bestuurders.

5.
’s Ochtends, wanneer ik me voel alsof dit leven niets meer is dan opspattend kielzog,
bekijk ik af en aan varende boten in Okanoya en schrijf gedichten in de stijl van Mansei.
Op vredige avonden kijk ik door mijn raam naar de maan en denk vol verlangen
aan oude vrienden, of stort een traan bij het geroep van de bergapen.
Als ik een fazant hoor roepen, vraag ik me af: is het een vader, of een moeder?
Een huiseigenaar is een dauwdruppel die een wedstrijd aangaat
met de bloem waarop hij tot stand komt,
om te zien welke van beide het eerste vergaat.
(De monnik Benin, in zijn hut te Toyama).

6.
Buitenglijbaan in de motregen, mappen zonder datum,
jongen die denkt dat hij lelijk is en vrouwen haat,
wat willen de goden van het onkruid nog van mij?
Toch niet dat ik op zolder bij de aandeelhouders blijf slapen
en kritische gedichten schrijf voor bloemlezingen over vrijheid?
Ik hou van rare stukjes tussen gebouwen en breng ze in kaart,
maar moet ik mij daarop voor laten staan?
De goden van het onkruid leren mij veel
door me steeds dezelfde informatie te verschaffen.

7.
Dit leeft voor mij, zeg je, maar dit is dood.
Hoor je hier geen stem bij?
Ik wil weten welke stof er door je handen ging,
wanneer de conclusie je klam maakte.
Dit is voor onze kinderen, zeg je, en je weet dat je niet hún kinderen bedoelt.
Je kijkt zo kwaadaardig naar twintigers.
Ben je dan vergeten waar we hooghartigheid voor nodig hadden,
al was dat misschien niet waar?
Ik maak je geen verwijten, archiefvormer, daarvoor ben ik te afhankelijk
van het salaris dat je mij betaalt. Ik wil met je op cursus.
Ik haal een rondje en we ontspannen.
Dit had ik even nodig, zeg je.

8.
Enigszins bestoten aan randen en rug
staat het ongeopende boek in de kast.
Je besluit het ongeopend te lezen
en neemt kennis van wat er had kunnen staan.
Dit komt van pas op congressen en feesten
en bij het uitstippelen van beleid.

9.
Begrip dat het begrepene de keel dichtknijpt.
Apocrief piekeren en bleu tegen een doofpot aan lopen.
De zorgdrager is verplicht tot het ontwerpen van selectielijsten
waarin ten minste wordt aangegeven welke familiefoto’s voor vernietiging
in aanmerking komen.

10.
Ambtenaar uit de negentiende eeuw
aan de rand van donkere, kwakende poel,
scheidt het kwaken van de blubber
en wat de blubber beweegt. Pot het donker op.

11.
Zoals in de voorgaande paragrafen is toegelicht,
is de manier waarop archiefvormer zijn informatie organiseert
een wezenlijk onderdeel van de taak en de macht die hij uitoefent.
Om te begrijpen hoe dat heeft gewerkt,
is het van belang dat de oorspronkelijke ordening en samenhang kenbaar blijft,
omdat ook die een bron van informatie is.

12.
Deze bronnen worden momenteel nauwelijks gebruikt
omdat de expertise om ze te lezen in Nederland nauwelijks nog aanwezig is.

Maarten van der Graaff (1987) is schrijver en dichter. In 2022 verscheen de roman Onder asfalt. Volgend jaar verschijnt zijn vierde dichtbundel, Huishoudboekje van de verborgen dingen.

Meer van deze auteur