Redactioneel
Ik was arm toen hij met me kennismaakte.
Twintig jaar & hij vraagt: Nog altijd arm?
Mijn broekriem wordt langer & langer
meer & meer gaten. Mijn kleren genaaid & afgedragen
genaaid & opgelapt & uitgerekt & afgedragen.
Waarom veranderen als het goed aanvoelt.
***
Wanneer oude vrienden me komen zien
na al die tijd
weten ze niet zeker wat ze zullen aantreffen.
Zelfs wanneer ze me inderdaad zien
lijken sommigen me niet te kennen.
Waarschijnlijk zijn mijn ogen lichter.
***
Ik luister naar de regen die tegen al die groene bladeren tikt.Ergens is de maan vol & glanzend –
een blauwe maan vannacht, zeggen ze.
Ik neem een slokje van mijn wijn, maak aantekeningen over dit & dat,
luister naar het gesnurk van de hond, kijk naar zijn potenterwijl hij in zijn dromen beweegt.
Ik weet niet waar mijn kinderen zijn. Of hun moeders.
***
Mijn huis is te klein voor de meesten die hier komen,
en toch heb ik meer stoelen dan bezoekers.
Op een dag zal het allemaal veranderen –
massa’s mensen zullen me komen vertellen hoe fantastisch het is
om in zo’n klein donker huis te wonen
& de meesten zullen moeten staan of buiten blijven.
Uit: Give the Dog a Bone
Vertaling: Jan De Meyer
Poëzie
Daedalea biennis fries
Essay
Lost in Translation
Verhaal
De verschuiving
‘Het beste boek is het boek dat je leert lezen’
Poëzie
Poëzie in de periferie
Essay
Een idee van de mens
Brieven
Het nieuwe universalisme
Poëzie
Ik heb een arend gesneden
Poëzie
Verzen na het lezen van Du Fu
Poëzie
Laatste wilsbeschikking & testament
Poëzie
Väinämöinen
Zaterdag kan ik niet
Snorkelen in een massagraf
Kroniek & Kritiek