Sylvie

Mijn beste Alain, aangezien je een man bent…

Alain (onderbreekt haar)

Dat is tenminste iets waarover we het eens zijn.

Naima

Hoezo?

Alain

Omdat we het nooit ergens over eens zijn! Nooit! Dat kwartiertje pauze dat we tegenwoordig ‘aangenaam kouten’ (hij spreekt die laatste woorden op overdreven toon uit), terwijl de leerlingen op het schoolplein zijn en rennen, zich vermaken, volleybal spelen…

Sylvie (onderbreekt hem)

Het schoolplein is een oven, hier zijn we beter af.

Alain

… dit kwartiertje is het trefpunt van onze onenigheid geworden…

Naima (spottend)

Een ‘kwartier’ dat een ‘trefpunt’ wordt? Je vermengt tijd en ruimte? Je slaat een mooi figuur voor een wiskundeleraar!

Alain (moppert)

Ja, het is al goed, Naima. De kwestie is me bekend… Ik zou Einstein erbij kunnen halen, de tensoren, het universum en de vier dimensies, waarvan de vierde de tijd is, inderdaad. El tiempo, zo zeg je dat toch?

Naima (lacht)

Kom mijn lessen bijwonen, als je je Spaanse uitspraak wilt verbeteren.

Sylvie (tegen Alain)

Maar hoezo onenigheid? We kletsen gezellig wat tijdens de pauze, voordat de monsters terugkomen…

Alain

Ja ja, maar wat me tegenstaat is dat we het nooit ergens over eens zijn. Het lijkt mij namelijk dat een geslaagde discussie tot… een soort consensus zou moeten leiden. Een conclusie. Anders moet uiteindelijk een van de standpunten het onvermijdelijk winnen. Zoals jouw Socrates zegt, mevrouw de filosofielerares. De ma-tieu-tiek…

Sylvie

De ma-_ieu_-tiek. De kunst om degene met wie je praat te ‘verlossen’… om hem de conclusie te laten ‘baren’ die jij al vanaf het begin op het oog had. Maar dat is, zegt Socrates, het ideale scenario. Met Plato als virtuoze regisseur: hij leidt de dans van het begin tot het eind. In de praktijk verloopt geen enkele discussie zo. Nooit!

Alain

Misschien niet, maar dat mag ons niet weerhouden. We moeten de moeite nemen. Zo zou een discussie horen te gaan: ieder brengt rationele argumenten naar voren en allen bekennen zich tot het… nou, het rationeelste argument. Het overtuigendste!

Naima

Maar het leven is geen theorema! Je kunt een mening niet bewijzen! Over smaak valt niet te twisten! De gustibus… je weet wel… Dat type uitdrukking, ‘over smaak valt niet te twisten’, dat bestaat in alle talen, en dat betekent dat het klopt. Ik weet zeker dat zelfs de Inca’s en de Azteken al dit soort gezegdes hadden. De volkswijsheid heeft het altijd al begrepen, in alle landen.

Alain

De volkswijsheid, dat is toch nonsens!

Sylvie (zogenaamd verontwaardigd)

Oooo!

Alain

Jazeker! Neem dit voorbeeld. De volkswijsheid zegt: ‘Waar rook is, is vuur.’ Nou, dat is fout, dat is helemaal fout: er zijn genoeg totaal ongefundeerde geruchten, er is heel wat gratuite laster… Hoeveel ongelukkigen zagen niet hun leven, hun reputatie geruïneerd vanwege dit soort gezegdes, ‘Waar rook is, is vuur’, die waarachtig en redelijk lijken, maar eigenlijk grote nonsens zijn!

Naima

Ja, maar wat smaak betreft… Daar heeft de volkswijsheid gelijk in, daar kan je niet over twisten.

Alain (volhardt)

O jawel! Daar kan je wel degelijk over twisten! Zwart past bijvoorbeeld niet op de muren van een eetkamer. Wie zou het tegendeel durven beweren? En iedereen houdt van mauve of lila… Bovendien bestaat er zoiets als de complementaire kleuren. Dat is objectief vast te stellen, dat is wetenschap. Daar kan je een hele redenering op baseren.

Naima

Maar dan moet je ze eerst kunnen definiëren. De Grieken maakten geen onderscheid tussen blauw en groen en ze haalden de kleuren door elkaar. En vandaag de dag spreekt men van de ‘Zwarte Zee’, de ‘Rode Zee’, de ‘Gele Zee’ in China… Heb je ze weleens gezien? Ze zijn allemaal blauw!

Alain

Ja, maar nu ben je aan het muggenziften. Wat ik beweer is dat het mogelijk is over ieder onderwerp al redenerend tot een zekere overeenstemming te komen. Tenzij je zo koppig bent als een ezel.

Sylvie (grijnslachje)

Bedoel je dat je me over ieder denkbaar onderwerp zou kunnen overtuigen?

Alain

Misschien. Of eigenlijk: zeker! Tenminste als je a) te vertrouwen bent en b) in staat bent te redeneren.

Sylvie

Twijfel je daaraan?

(Alain glimlacht en antwoordt niet.)

Naima (zogenaamd gepikeerd, de armen over elkaar)

Over willekeurig welk onderwerp? Nou goed dan, dan praten we over de liefde! De Lie-hief-de!

(Zij en Sylvie barsten in lachen uit.)

Alain (de armen over elkaar)

Over de liefde kan je perfect rationeel praten!

Sylvie (geamuseerd)

‘Perfect’, ‘rationeel’, het feest van de bijwoorden! Alleen het fameuze ‘anticonstitutioneel’ ontbreekt nog.

Naima (wendt zich tot Alain)

Nou, ga je gang! Zeg op! (Ze kijkt op haar horloge.) Je hebt nog tien minuten om ons te overtuigen… Om ons je standpunt voor te leggen opdat we ons erbij aansluiten, overwonnen en overtuigd!

Sylvie (fluisterend en uitdagend, tegen hem aan geperst)

Zuchtend… hijgend… opgewonden…

Alain (maakt zich los)

Het is goed, spot maar met me. En toch, de liefde…

Naima (onderbreekt hem)

Wat is je definitie? Wat wil je bewijzen? Wat is de questio van de disputatio?

Alain (blijft even stil en dan breekt er een vreemde glimlach door op zijn gezicht. Hij begint:)

De liefde is simpel: het is een kwestie van huid. Het contact tussen twee exemplaren epidermis. Ziedaar de questio

Sylvie (ze wrijft haar handpalmen tegen elkaar)

‘Contact’: bravo, dat is echt een wiskundeliefhebbersdefinitie. Zo dadelijk gaat hij de tangens voor ons tevoorschijn halen. (Ze gaat naar het bord om grote tekens te schetsen.) ‘De vergelijking van de liefde’, ‘de euclidische ruimte van de erotische combinaties’, ‘de geometrie van de gevoelens’…

Alain

Je hebt geen idee hoe raak je dat formuleert. Met de ‘dekpuntstelling’ van Brouwer kan je alles bewijzen. Op om het even welk gebied.

Sylvie

Brouwer? Wie was dat?

Alain

Een geniale Nederlander, een van de grote wiskundigen van de twintigste eeuw. (met tussenpoos) Hij kwam onder een auto, voor zijn eigen huis.

Naima (lacht helemaal niet)

Je verveelt ons met je geniale Hollander, zijn auto en zijn koeien. Laten we terugkeren naar onze schapen. Meen je dat, Alain, dat de liefde niet meer is dan dat: het contact tussen twee dermissen?

Alain

Zeker meen ik dat. En het is ‘epidermis’, niet ‘dermis’.

Naima

Dat kan je niet echt geloven.

Alain

Waarom niet? Het is de waarheid!

Naima

Je speelt de interessanterik, de cynicus, type Don Juan die overal van terug is gekomen, die nergens in gelooft, maar het is niet wat je echt denkt… Dat is onmogelijk.

Alain (volhardt)

Jawel hoor! Ik herhaal: de liefde is een kwestie van huid. Het contact van twee epidermissen.

Trouwens, men zegt toch: ‘Je bent onder mijn huid gekropen’? Dat bestaat zelfs in het Engels. Sinatra… (hij neuriet) I’ve got you under my skin…

Naima (geërgerd)

Dat is maar een uitdrukking, dat wil niks zeggen!

Alain

Een uitdrukking, lieve Naima, wil altijd iets zeggen. Dus: de huid! Ze skin! Voeg er een snufje feromonen bij die rondzweven in de lucht… Dat is alles. Dat is de liefde! Niks meer en niks minder! De rest, dat is… dat is cultureel: de wandelingen bij maanlicht, het inschepen naar Cythera, de muziek, heel de romantische tralala, die – ik benadruk het nog maar even – een recente uitvinding is: dat bestond bij de Grieken noch bij de Romeinen.

Sylvie

O ja? En Ovidius dan? De kunst van het liefhebben, of als je dat liever hebt: Ars amatoria, heeft die nooit bestaan? Het is nog wel het enige menselijke maaksel dat dateert uit het jaar 1! Kortom: alles begint met Ovidius.

Alain

Luister eens, als ik me goed herinner is die Kunst van het liefhebben van je meer een verleidingshandboek, nietwaar? Het vademecum voor de perfecte kleine versierder. Je zou het op het strand kunnen verkopen.

Naima

En De geparfumeerde tuin van Cheikh Nefzaoui?

Alain

Ken ik niet.

Naima

Kijk eens aan, zodra we van je privéterrein raken, is het: ‘Ken ik niet.’.

Alain

Wacht even, als ik zeg dat het een recente uitvinding is, dan heb ik het over de hoofse liefde, met al die poespas eromheen. Wat is de hoofse liefde? Een immense frustratie! Het natuurlijke, tamelijk vulgaire verlangen van een man naar een vrouw met borsten en billen, dat verlangen wordt niet vervuld… Boe-hoe-hoe… Dat snottert dat het een lust is! En het biedt de dichter aanleiding om zijn liefde te bezingen. Dichter, pak je luit! Daar zitten we midden in de sublimatie. Misschien komt daar wel heel de cultuur vandaan. Zie onze vriend Sigmund.

Naima (ijzig)

Pas op.

Alain

Waarop?

Naima

Pas op, je bent… je bent op mijn terrein, mijn specialiteit. Wist je dat de hoofse liefde haar oorsprong heeft in de Arabo-Andalusische literatuur? Het was Ibn Dawoud, in de elfde eeuw, die de regels heeft vastgelegd. En er is ook De ring van de duif, van Ibn Hazm, die de platonische liefde op de troubadours heeft overgebracht.

Alain (onderbreekt)

Nou oké dan, je Ibn Zus en Ibn Zo zijn verantwoordelijk voor het romantische geneuzel. Sinds de troubadours heeft men die malle ideeën… (hij zet een geaffecteerd stemmetje op, trekt een pruimenmondje:) ‘Wij zijn voor elkaar bestemd’, ‘de eeuwige liefde’, ‘ik zal er voor je zijn als je over twintig jaar uit het strafkamp terugkeert, m’n schat’ (hij neuriet:) Paris est tout p’tit/ pour ceux qui comme nous/ s’aiment d’un grand amour… Larie!

Naima (dof)

Hoezo, larie?

Alain (die Naima’s woede niet lijkt op te merken)

Tristan en Isolde, de liefdesdrank, het is een rookgordijn. We zijn het dus eens? Homo sapiens heeft – met dank aan Flaubert – de liefde van het type hâmour uitgevonden, zoals je zegt.

Sylvie

Maar de balts, die bestaat ook bij de dieren!

Alain

Ja goed, maar er is nog nooit een dolfijn of een aap gesignaleerd die op een luit tokkelde en onder het raam van zijn geliefde ging tetteren: ‘Mijn lief… Ik kan niet leven zonder jou…’ – Ni toi sans moi, ni moi sans toi, om met Hugo te spreken.

Sylvie

Ik begin de draad kwijt te raken… O ja: het ging erom te bewijzen dat men rationeel over willekeurig welk onderwerp kan praten. Alsof men wiskunde bedrijft… Maar je hebt nog niks bewezen. De liefde, dat is iets anders dan wat jij ervan maakt. Je hebt de zielscomponent… het supplément d’âme van Bergson…

Alain

Helemaal niet, er is niet meer dan dat. En het romantisch gezwatel dat anders beweert, dat leidt nou juist tot rampen. De mensen die geloven dat de liefde een fusie is, een versmelten van twee wezens. Dat kan alleen maar slecht aflopen, net als kernfusie. (Hij maakt met zijn handen het gebaar van een explosie, met een pedant lachje.)

Sylvie

De versmelting, noem je dat een romantisch concept? Je vergist je in het tijdperk, vriend. Dat komt al voor in het Symposion van Plato, in een tijd dat de romantiek nog niet bestond, het woord noch de zaak. Het is Hephaistos, de god van het vuur en de vulkanen, die de minnaars toespreekt en iets zegt als: ‘Jullie wens is te versmelten tot één wezen, zodat je dag en nacht bij elkaar bent… Nou goed, als dat is wat jullie willen, dan ga ik jullie aan elkaar lassen, jullie tot één wezen transformeren…’

Alain (doet alsof hij rilt)

Wat een gruwel…

Sylvie

En nu een paar eeuwen fast forward. Er is nog niet gerept van romantiek wanneer Raymond Lulle…

Naima (kapt haar af)

Hé, dat is mijn terrein. ‘Lulle, de middeleeuwse, Catalaanse mysticus.’ Ik heb mijn doctoraalscriptie aan hem gewijd.

Sylvie

Best, jouw Raymond Lulle dus, heeft geschreven: ‘De minnaar en de beminde zijn verschillende entiteiten en toch zijn zij gelijkgestemd, zonder weerstand, zonder enig wezenlijk verschil.’ Dat is toch mooi?

Alain (neemt zijn hoofd tussen zijn handen)

Gruwel! Gruwel!

Naima (razend)

Laten we niet overdrijven!

Alain

Jawel: gruwel! Herinneren jullie je Paris, Texas? De film van Wim Wenders? Weet je nog, die scène waarin Travis met de moeder van zijn zoon praat door een glazen ruit, een soort spiegel zonder achtergrondfolie? Pas als die afstand er is kunnen ze eindelijk praten… Daarvoor, toen ze versmolten waren, in dat bizarre idee van de wederhelften, was dat onmogelijk.

Naima (mompelt)

Tja, we hebben blijkbaar niet dezelfde film gezien…

Sylvie

Descartes heeft het thema weer opgenomen in Les passions de l’âme: ‘Op een bepaalde leeftijd beschouwt de mens zichzelf als gemankeerd, alsof hij slechts de helft is van een geheel waarvan de andere helft uit een persoon van de andere sekse moet bestaan. Op zo’n manier dat het verwerven van die helft door de natuur als de grootste van alle voorstelbare zegeningen wordt voorgesteld.’ (Ze lacht.) En Descartes, die gevoel voor humor had, voegt daaraan toe: ‘Men heeft niet meer dan een helft nodig.’

(Alain en Naima kijken elkaar gegeneerd aan. Hij is de eerste die zijn blik afwendt.)

Sylvie

En, mijn beste? Hoe staan we ervoor? Je ziet wel dat het onmogelijk is om tot een conclusie te komen. De liefde is onuitputtelijk! Je zal ons niet overtuigen, met je minimalistische stelling, en wij, of in ieder geval ik zal jou ook niet overtuigen met mijn stelling, die ik overigens nog niet heb kunnen uitleggen. Wat Naima betreft, tja… Wat denk jij van de liefde, Naima?

Naima (koel)

Ik, ik vind er niks van. Tenminste, ik had er geen mening over tot vandaag.

(Ze werpt Alain een woedende blik toe; hij merkt niets en blijft zich tot Sylvie richten.)

Alain

Nu we toch Plato en Descartes aan het citeren zijn, mevrouw de filosofiejuf, zou ook ik naar de Antieken terug kunnen keren. Naar de mythe van Narcissus, bijvoorbeeld. Die buigt zich over helder water, gelooft daar een mooie efebe te zien (maar hij is het zelf!), wordt verliefd op zijn spiegelbeeld: de mens denkt verliefd te zijn op de ander maar is het vooral op zichzelf. Of ‘verliefd of de liefde’, zoals Augustinus. In alle gevallen zwemt men in de illusie. Illusie, zeg ik jullie! De enige realiteit, het enige tastbare, is de huid, is de epidermis. De rest is nonsens.

Sylvie

Zelfs geen klein plekje voor Abélard en Héloïse, Elsa en Aragon? De liefde die een leven lang standhoudt?

Alain (barst in lachen uit)

Aragon? Die oude zottin?

Sylvie

Geloof je er werkelijk niet in? Het mysterie? Het je-ne-sais-quoi van Corneille?

Alain

Nonsens!

Naima (barst uit)

Nonsens? Nonsens? En de bloemen dan, die je in het begin voor me meebracht, drie maanden geleden? Hè? En de liefdesbriefjes die je me in de hand schoof? En de vurige liefdesverklaringen die je me deed? Was dat allemaal nonsens? En die nachten die we samen hebben doorgebracht, toen je vrouw dienst had in het ziekenhuis? En je beloften…? Je deed ze me gisteren nog!

(Sylvie rekt zich ongelovig uit om ze aan te gapen.)

Sylvie

Wat? Jullie tweeën? Jullie…

(Ze wijst van de een naar de ander. Alain ziet er ontredderd uit. Naima haalt haar schouders op.)

Naima

Ja, wij! Maak me niet wijs dat je dat niet een beetje doorhad… Maar ik wist niet dat het een kwestie van borsten en billen was voor meneer. Ik dacht… (Ze aarzelt, zwijgt dan.)

Sylvie (kijkt Alain aan)

En je vrouw?

(Alain haalt gepikeerd zijn schouders op.)

Sylvie

Grappig, ik haalde net Descartes aan: ‘Men heeft niet meer dan één helft nodig.’ Dat slaat duidelijk niet op jou!

Naima

En nou onthult meneer zijn idee van de liefde! Dat was zeker de moeite waard!

Sylvie (sarcastisch)

Bravo, Alain, je was erg overtuigend! En vooral een perfecte lomperik. Ongelooflijk! Je had haar ook meteen een klap kunnen geven. Of een stomp!

(Zij gaat weg. Naima wil haar volgen. Alain probeert ertussen te komen, zij duwt hem hardhandig weg.)

Naima (razend)

De epidermis… de epidermis zegt: ‘Merde!

(Ze gaat weg.)

Alain (blijft alleen achter)

Oef… Dat heeft gewerkt. Ik heb mijn kans gegrepen… Het is gelukt! Oef… Dat was nou een goed aangepakte breuk. De kunst van het breken… Voor jou, Ovidius, per kerende post. Het leven wordt eenvoudiger vanaf vandaag… (Hij pakt een krijtje en gooit het op in zijn hand.) Dat werd niks, met Naima… Wat heeft ze toch gelezen in haar Geparfumeerde tuin van die sjeik Weet-ik-veel? We zaten niet op dezelfde golflengte… Ik zal me nooit meer in zo’n verkeerde, zo’n gevaarlijke situatie begeven… (Hij glimlacht.) Ik ga bloemen kopen voor mijn vrouw. (Hij loopt naar de deur om te vertrekken, bedenkt zich dan en wendt zich tot het publiek.) Zegt een vrouw ‘Parlez-moi d’amour’, dan wil ze alles horen behalve een redenering. (Hij glimlacht.) De kunst van het breken komt erop neer zo te handelen dat de ander het initiatief neemt. Dan wordt de trots niet gekrenkt en ontkomt u aan wraak. Wie weet waartoe Naima in staat was geweest als ik het uit had gemaakt. ‘De hel kent geen erger razernij dan die van een afgewezen vrouw’… Ik ben er zonder kleerscheuren vanaf gekomen.

(Hij groet onder gefluit van het publiek dat hem bekogelt met proppen papier.)

Fouad Laroui (1958) is een van origine Marokkaans schrijver van romans, verhalen en essays en doceert bij de vakgroep Romaanse talen aan de Universiteit van Amsterdam.

Meer van deze auteur