na tientallen jaren gebruik van vage taal, meneer de voorzitter,
het was toen al (on)duidelijk wat ze nastreefden, dankzij
overlevingsoperaties, waarna niet de dingen… veranderingen als
compositie, als experiment? – verschenen de koeien zo mooi als
het lichaam, je twijfelt opnieuw 

alle ideeën kunnen gemakkelijk ontploffen (de staking heeft
londen bereikt, de oorlog het zuiden) het raketteerde jaren oud,
jij staat voor de deur en speelt de rol van de conventie, om de
wereld te vinden (waar?). in deze tijd heeft wat men altijd
noemde kind kind haar gezicht verbrand 

ja jongens het gebeurt zelden, ik moet thuis zijn – gebeurt zelden
– ik moet bij das herz zijn, een dier opeten waar de hele (!) bijbel
aan is voorgelezen, moet ook nog afwassen, praat ik met een
strik als ik praat? kijk, ik heb een nieuwe slagtand en jij ook, het
dier spuugt haar adem uit, zag niet dat ze zwanger was 

breng een woord in leven, als een buikbeest natuurlijk, die
hoeveelheid jakkerbeweging, als je weet waar mijn been ligt zoek
het dan, om het feest te verlichten, oorlogen (oorlogen), de
samenstelling van baby door voedsel – davids kamer getooid met
slingerraketsysteem, ik lach alsof het míj́ n dromen zijn laat in de
nacht 

ik vinger je in slaap, daarna lees ik veel te dode poëzie, ik volg
hier gewoon bevelen op. we hebben het misschien niet zo goed
gedaan (we hebben het wel beter gedaan dan anderen). dwang
brengt trouwens enige waarheid met zich mee. de menselijke wil
die in de menigte afbrandt. het is gewoon sterker (als een essay) 

ik herinner me nog levendig wat deze straten met mij deden,
sjacheraar, maar jij hebt nooit de oorlogszone-ervaring gehad, je
weet niet wanneer welk wapen, gecategoriseerd voor tweeërlei
gebruik, wanneer er problemen zijn, ik weet dat ik weg ben. wees
dan per ongeluk kunst 

dit gebeurt met een kind wiens vader vertrok en een terrorist
werd, ben blij dat ie geen negen-tot-vijfambtenaar is. hoe te
overleven in de jungle, met een zware mond van alle slaven die
van binnenuit komen, vandaag ben je humorloos met je
seleniumzink, maar morgen praten we verder

© Lucebert, Beest en kind, 1960, c/o Pictoright.

Stedelijk Museum Amsterdam

Asha Karami is arts en schrijver. Ze schreef de dichtbundel Godface

Meer van deze auteur