Redactioneel
Mijn vers is een zwaar gewicht met daaromheen een gat.
Wat ik erin bedicht voldoet
niet aan syntaxis of semantiek,
niet aan bekende Wetten. Niets.
Het is zo voor de binnenlezer dat er
hier wél níeuwe Wetten zijn,
hij of zij is ín
mijn vers, in dit gat, in Dit, zo zwartduister
van buiten. Maar in mijn zo gekrompen Dit
schijnt eindeloos gekromd licht,
dat nooit ontvluchten kan, want niets
en niemand kan meer weggaan,
als een oude man zonder schuld op een dodengalerij.
Dat de binnenlezer ziet wat ik hier schrijf,
komt door de níeuwe Wetten, geloof
mij maar. Het is anders hier, een ander
bloemenveld van onze kosmos. Nood
voor wie eenmaal binnen is? Geen seconde loopt,
of stroomt door de antieke poorten van
de tijd. Eeuwigheid? Eeuwig kwijt?
Zo veel chaos dat het op het
einde lijkt, als verscheurde bloemenvelden. En dan
zal traag dit vers voor hen
die buiten zijn, de buitenlezers die
niets zien, het zwarte gat vervluchtigen, verdampen,
zoals hun jong-zijn, hun hele zijn.
Damp gemaakt van niets?
Traag verdwenen zwarte bloemenvelden.
Beste fysicus, kosmoloog,
komt er ooit nog wat terug van Dit?
Want wat ik schreef is voor de mensheid weg. En toch niet wit.
Poëzie
In het midden van de nacht
Poëzie
Wat is het dat dit denken zo aantrekkelijk maakt?
Creatief met ruimte en tijd
Sterevolutie en de vorming van zwarte gaten
Een Kepler
Poëzie
Gedicht
Het bekende en onbekende in ons heelal
Poëzie
Late dienst
Zwarte gaten werden geboren
De kinderen van de Boogschutter
Waarnemen van zwarte gaten
Poëzie
Zwart gat
Het geheimschrift op de horizon
De zwaartekracht van paradigma’s
Zwarte gaten, de informatieparadox en het holografische universum
Beeld
Black holes have no hair
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Vergeef me
De internet gids
Horizon
Poëzie