Virgula,

als de uren door het plafond vallen in de late voorkamer met uitzicht op de binnentuin
met honderden kniehoge planten en platte Judashanden, ze jagen me angst aan

als de uren door het plafond vallen en jij je verschanst onder mijn schrijftafel en de spiegel
sterft in scherven op mijn houten vloer

als de uren door het plafond vallen, ik jou achterlaat en door de opgejaagde grassen ga
en mijn borst bespied in een olieblinkende vijver

ze dobbert naast een lelie die Victoria heet, die bloeit soms wit en geurt naar ananas, ik vang
mijn borst met een vlindernet zoals de lelie een klein kind met haar blad, die bloeit soms roze,

omringd door bomen met schriftelijke namen als zakdoekjesboom, een bitternoot, godenpeer
maar ik heb nu spijt op mijn hand waar ze verschrompelt van rog tot zwezerik

dat is de kanker, vraag ik haar, mijn hart steekt en de nacht erop laat ik de uren knielen
maar mijn borst is weg, misschien terug naar de plaats delict

zoals jij altijd doet met mij, waar de nacht ruikt naar appelazijn, waar ze de gordijnen openhouden
voor een gebouw met flakkerend oog aan zijn top, waar een vrouw zonder organen schreeuwt

en op het toilet houdt een man zijn hoofd vast, het jammert om een engel, en ik ben ingesloten
door een gordijn alsof ik me in bed moet douchen maar de zusters rijden me een spiegel voor

waarin ik mijn borst nooit meer zie en ik ziekwandel in de nacht naar de vijver waarin ik glijd
maar vind steeds mijn lichaam terug op dat toilet met engelenhaar

tot ik Victoria nog een paar keer vertel over haar overwinningen en nederlagen, de planten
kijken me vanuit hun laagte aan, tot ik zie hoe de lelie een kind uitvouwt

en weer niks gezegd wat niet gezegd kon worden zonder borst in een voorbije voorkamer
zonder licht, O Virgula.

Sasja Janssen (1968) is dichter. Voor haar werk ontving ze de Awater Poëzieprijs 2021, de Johan Polak Poëzieprijs 2024 en de Adriaan Roland Holst-Penning 2024. Haar bundels zijn vertaald in het Spaans en het Engels.

Meer van deze auteur