*

het lichaam wil van meet af aan grenzen aan zijn omgeving
om te jagen op achtereenvolgens steen ijzer fosfor en uranium

te verkennen slaap en te vluchten in de slaap onderwijl
het langs een paradijselijke zee van voorgevoelens loopt

in het donker vanonder een vleugel die wervelt twinkelende zucht
naar vlees bij nachte van geest met adem die vliegt als een vleugel

en lichte wedergeboorte meer en meer vormen met lucht
gevulde holtes zijn hier geen problemen in kleine mensenhanden

laat jezelf gaan dan mengen met een druppel water zilverachtig
steeds weer een lichaam is misschien wel een feest in het verborgene

uitgegoten druppels waar zoveel van het koraalrood afhangt
als het gebleekte landschap aan de onderkant van de wereld

voor elke onbekende variabele een labyrint is waar
de kunst begint met die schaduw precies zo gestileerd

en op dezelfde wijze aangezien voor de perfecte herhaling
zonder herhaling bijvoorbeeld van deze ochtend

*

blauwe eikels vallen op het voorhoofd van de nacht trommelend
licht aangeraakt stom geluk in steeds wisselende vormen

en maten want overal zijn woorden glasachtige littekens
op weg naar een verfijnder aarde op hoge snelheid

gaan vlinders voorbij kom dan naar het bos eeuwenlang
om te kijken of we weten hoe ze hun weg vinden

of ervan dromen de grammatica aan te sporen tot een taal
in bloed urine of feromoon voor de duur van een kikker

vliegend door de lucht geef je dan over aan de omgeving
deel alles mee wat kapot is vertrapt meer lied en namen

dan je lief zijn in lippen verscheurde spraakhandelingen
in de zin van het waagstuk pas meerduidigheden toe

op de granaatappelige overvloed van een regenboog helder
en meer levens naast ons bewegen dan we weten

*

op de bodem van de zee verschijnt ons eigen atlantis
op de top van zijn kunnen is de aarde niet dood genoeg

in fossielen door de lucht verspreidt het opgepompte zand
zijn donkerder grijze wolken waarvan ik dacht dat ze in slaap

gevallen uit een blauw nest ver van ouderlijke genegenheid
ongelukkige bomen verlaten in ieder geval het struikgewas

kom je weer terug in het licht bind je de zachte stengels
vast tot een gouden bundel pak je de draad weer op

*

in het massale gezoem van vleugels draagt een landschap
primitieve zintuigen tot aan de bovenste hemelrand

reiken je grenzen aan omzwervingen met tussenpozen naar sterren
om te kijken waar de wederkerigheid van de sensatie aangeraakt

en verwonderd over het aantal zaden in hun naaktheid
hoe dan ook door een labyrint van zwaluwstaart en wijnstok gaan

in emanaties van zeebodem langs golfkam met waterral en hagel
door kletterende benen en vishaken geschiedenis schrijven

een verschenen wereld hiervoor vruchtbare onvolledigheden
uit een duister zelf golven dan alleen weer aan je oever breken

*

uit pure vrijgevigheid verzengt de zon met warme verwarring
het moerasasfalt tot duizend filamenten sissende malingen

mogelijk licht als staal met een flikkerende veldleeuwerik
vergrijst dit moment breekt de rijkdom wijd open bij het vallen

van de nacht en verkwister staan we op als de maan
in het oosten keer op keer verloren tussen stugge heuvels

om onze ogen te wekken met de verzamelaar en de naam
te verdwijnen plotseling in het seizoen van onze schaduw

*

als water ter plekke probeer ik de grenzen van mijn omgeving
af te tasten ondergedoken tussen drijvende planten die overblijven

van meet af aan articulatie zoeken in het water strak genaaide
krabbenscheer die vlucht in de slaap naar het warme lichaam

voorgevoelens langs het laagveen met het donker versmelten
wilgen en zelfs een groene glazenmaker zacht en wazig erboven

herinnert de grote en kleine vuurvlinder zich tussen twee werelden
nestelend nu in onze wilde natuur die blote wortels tuimelend

*

keer terug naar het onleesbare de ingewanden van het water
als een tak zeerussen en ruwe biezen pakt zonder aarzeling

of transparantie in alle dauwpunten tezamen doorzoek
omstandigheden die een schildpad oppert in gelegde eieren

een andere wereld van zand en zout schept een oase
waar maangevlekte druppels zich een weg banen

door identiteiten en struweel kwetsbaar daags wereldwijd
wilde dingen ontsluit de verbinding met onze herinneringen

plunder het fluweel van ruis ziedend en trage zachte handen
die het oog van de zee bedekken met schitterend licht

in aanvaarding van hoe het is schokt alleen de oever stokt
zijn magische momenten om terug te keren naar het onleesbare

*

daar waadt een heden door overstroming ontpopt zich
tot vlinder vliegt moedig met de tijd zijn bewegelijkheid

zet taalverwerving in vraagt wat als kennis je achtervolgt
met zijn doorhuilde nacht terugspringend je niets meer ziet

of iets onzichtbaar blijft evenals onbegrensd licht de zee
oversteekt door stroming waar vandaan het bewaarde

genoeg gepraat bij gebrek aan drinkwater in een zout bad
de ondergang zo waargenomen aldus uitgespuugd

je eerste zachtmoedige retrospectief openbrekend
voor paradijselijk licht terwijl je overloopt van laatste stilte


1922, Modernisme in de literatuur
Voor de literatuur is 1922 een magisch moment. In dat jaarverschenen Ulysses van James Joyce en The Waste Land van T.S. Eliot, en voltooide Rainer Maria Rilke zijn Duineser Elegien, drie van de vele werken die tot het modernisme gerekend worden. Hoe men dat concept ook definieert, het is onmiskenbaar dat de periode die begint met Rimbaud en culmineert in 1922, het aanzien van de literatuur grondig heeft veranderd. De oude wereld was kapot, men moest op zoek naar een nieuwe, maar in hoeverre kwamen de brokstukken uit het verleden nog van pas? Behoorde conceptuele coherentie nog tot de mogelijkheden? In 2022 staat De Gids stil bij het mythische jaar 1922 door in ieder nummer een hedendaags auteur aan het woord te laten die reageert op de modernistische traditie.
Piet Gerbrandy

rozalie hirs (1965) is naast dichter ook componist. Van haar hand verschenen tot nu toe zeven Nederlandstalige dichtbundels bij Uitgeverij Querido, waaronder oneindige zin (2021), en zes verzamelbundels in andere talen, waaronder gestammelte werke (Berlijn: kookbooks, 2017). Sinds 2002 maakt hirs ook digitale poëzie: interactieve gedichten die ontstaan in samenwerking met beeldend kunstenaars en grafisch ontwerpers.

Meer van deze auteur