Zoals je deze kènèp uit z’n vel pelt
en zuigend met pit en al in je mond neemt,
(pas op wat je doorslikt!) schel, vol citrus, vreemd
welkom van geurende gaarden, vergezeld
van de lach van manbo Cécilia, telt
het ritme van de yanvalou de leemte
vol, duwt je lippen tot een zeldzaam ontbeend
en zuiver kusmoment als het vruchtvlees smelt –
als de donkere pit zijn weg terug vindt, hand
opent, land verovert, wortelt, bijna thuis,
de last op het hoofd, vooruit lopend naar de
eigen lakou, naar het zuiden, waar de dans
begint, de liederen zingen van het kruis-
punt van hemel en aarde. Aarde. Aarde.

-

Een peristil is het deel van een Haïtiaanse vodoutempel (vaak een hoofdgebouw met bijgebouwen) waar de dansen (met drums en liederen) voor de geestwezens plaatsvinden. Het is geen ‘heilig’ deel van een tempel, maar wordt overdag gebruikt als ontmoetingsplaats voor iedereen die er permanent of tijdelijk aanwezig is.

-

Kènèp is de Haïtiaanse naam voor de knippa, het kleine citrusachtige vruchtje dat in de eerste minuut van de film getoond wordt. Het heeft licht of wit vruchtvlees en vaak een groene schil die eraf wordt gepeld zoals men dat doet bij een lychee. Er zit een pit in.

-

Een manbo, ook gespeld mambo, is een priesteres in Haïtiaanse vodou.

-

De yanvalou is een vodou-dans voor een bepaalde groep geestwezens (de Rada Loa, meer in het bijzonder voor Dambala).

-

De lakou (court, hof) is een Haïtiaanse vodoutempel met hoofd- en bijgebouwen, vaak met woongedeelten en stallen en ergens buiten de stad.

-

Video: Mattijs van de Port. Zie ook de film Saborear Frutas Brasileiras. Met dank aan Lucas dos Santos Pereira.

Terug naar de inhoudsopgave

Maria van Daalen (1950) is schrijver, neerlandicus en manbo asogwe. Ze publiceerde acht dichtbundels, vertalingen van gedichten van Albino Pierro (2008), vertalingen uit het Gruuthusehandschrift (2013) en de verhalenbundel De zwarte engel (2005).

Meer van deze auteur