Essay
Ver buiten ons begrip
van rechtschapenheid in godsdienst
ligt een veld.
Daar zal ik je ontmoeten.
Als de ziel gaat liggen in het gras,
Is er voor woorden geen plaats meer.
naar Rumi: vertaling van een fragment uit een Engelstalige documentaire
Eén graankorrel blijft één graankorrel als hij niet in de aarde sterft. Maar als hij sterft, dan brengt hij veel vruchten voort. Wie zich aan zijn leven vastklampt, verliest het. Maar wie zijn leven prijsgeeft in deze wereld, zal het behouden en eeuwig leven.
Johannes 12, 20-33: Als een graankorrel niet sterft
*
op zaterdag om 17u is het
els moors versus
het universum
mijn ziel vliegt op
kant-en-klaar
de vogels hebben het luchtruim
gevuld trillen doorheen
de vibraties van het licht
ver buiten mijn begrip
en waar het veld ligt
zal ik je ontmoeten
*
sta ik oog in oog met de man die leeft
neem ik een privédetective in dienst
die mij achtervolgt en
ik ga de mist in
messen en roomboter gaan al een eind
richting de maan maar de esoterische
zwaarte tussen de dijen doet vermoeden
dat ik als zombie zonder ziel
het lichaam van een mij
onbekende vrouw heb
ingenomen
wat ik tot dusver heb ontdekt
de vagina fungeert
als dolgedraaide flipperkast
*
ik smeul nog na
ik heb het helemaal doorploegd
alle akkers op kraaien en kauwen
doorgekamd
de te duchten gevaren
op een stroperige zomerdag
het recept van de vlierbloesemlimonade
op een bierviltje terwijl zij
– mijn moeder – honderden
kilometers verderop
in dezelfde hitte
door het park glijdt
een ziel op zoek naar uitvalswegen
er is een manier om jezelf
op te heffen een manier waarop
je iedereen nabij
kunt blijven
zij die eerst het leven
in deze wereld prijsgeven
zij die het eeuwige leven
behouden
*
het is een reis die je ook niet kunt maken
en als je het maar lang genoeg hebt weg
geschonken is het eetbaar geworden dat is
de essentie van de ziel
zelf kan ik het zo moeilijk laten passeren
aan de ene kant, anderzijds stromen er te veel
tegenstrijdige berichten binnen om actie
te ondernemen
want waar eindigt de ziel en waar begint
de werkelijkheid? wie heeft de aan- en
uitknop en waarom verdwijnt
hij of zij steeds uit het zicht?
als het hart van de wereld op
deze deur klopt moet ik natuurlijk
opendoen
(terugkloppen kan ook
maar het zet zo weinig zoden aan
de dijk)
*
als ik ’s ochtends al wist in welke
hoedanigheid ik ’s avonds in de badkuip
stand moet houden tegen alle opvliegende
elementen mijn hoofd houdt er een
kerk in Leipzig aan over
de gids vertelt over keuvelende sessies vol
kaarslicht en taart: een man is voldoende
voor een volk een democratische partij
een postzegel van het koningshuis
hij bibbert als hij een pentekening
van de mondafdruk van zijn ex
van zijn arm verwijdert
*
stop hier het is stil genoeg
aan de randen van velden en bossen
tekenen zich in de mist de geweien
af en ik heb het koud
in de koffer van mijn mobilhome
staan twee fichebakken klaar
ik kan het niet geloven dus
ik blijf fouten maken
de procedure is
zoek zon ga uit de wind
trek een middenstreep
jarenlang debatteerden
wij over fietspaden
jij bent vinnig visje en ook
die andere zeeolifant heeft
slagtanden als je bouwvakkers
vergelijkt met vogels die
nesten bouwen
is het lente
Redactioneel
Bij dit nummer
Poëzie
majorana yeye kra
Essay
Credo
Essay
Een heel langzaam groeiende verzameling
Essay
Het getij en de wieren
Essay
Ervaring
Essay
Een levend landschap toelaten
Essay
De ziel van het beest
Poëzie
Drie gedichten
Essay
De witte zomereik
Beeld
Het bos droomt
Essay
Podcast
De Fixdit Podcast
Verhaal
Plankton
Verhaal
De smaak van
En dan...
Paul Hindemith, Geburt Mariä
Poëzie
Twee gedichten
Essay
Dunne stof
Poëzie
De afspraken
Kroniek & Kritiek