Tuin waarin de paden zich splitsen

Van het een, of van het ander,
te genieten.

Drukte in de middag,
eenzaamheid ’s avonds.

De tuin waarin de paden zich splitsen,
de rechte weg.

Van het tekort te zien het essentiële, ja:
het volledige. Elke avond,

onaf de dag, met succes te gaan slapen.

Af

Je bent af. Ga terug naar start.

Met niets in handen,
een kil glanzende bol,
oefent ieder de kalme oogopslag
die past bij onverrasten.

Af, niet klaar.
Werp de dobbelsteen, zet zo veel stappen
als aangegeven, net zo lang
tot je opnieuw af bent.

Wie niet gooit is een spelbreker.
Wie dubbel gooit is een valsspeler.
Aan de finish wacht de teleurstelling.

Mark Boog (1970) won de C. Buddingh’-prijs en de VSBpoëzieprijs. In 2013 verscheen de dichtbundel Maar zingend. Zijn meest recente roman is Het lot valt altijd op Jona.

Meer van deze auteur