Redactioneel
Invisible blow
voor Ab Baars
Hoe stiller ik sta hoe meer ik minder –
de ruimte valstrik, genade neemt met sprongen af
tot vonk van dwaallicht rond het bokkige:
redeloos onding ik.
De nederlaag zal overwinning zijn op
al mijn schijngestalten –
om te willen wat moet:
breken, ontbreken.
Nagedachte
Al dat zinnentuig, en dan nog geen sjoege van
wat brandt in de pit waar zich verduren moet
het schroeiend neteligs en de zweepslag
van angst alsof ooit iets stilvallen zou; terwijl
op dode stronken mos gedijt, in tierende varens
uitbreekt begraven gebeente!
Kunnen dan niet, als ontzind en huidloos
doordringend verliefde grondstof, tot één zacht
vuurtje nu vervloeien mijn de weg kwijt-
rakende voortstrompeling en jouw
als sneeuw voor de zon ronddwarrelende
afwezigheid?
Verhaal
De soldaat
Essay
De Gids in de ruimte van zijn tijd
Essay
Alles even mooi; De eeuwigheid is voorbij in de poëzie
Essay
Met Charles Boissevain door het boek der natuur
Grote vragen
Grote vragen
Poëzie
Klein Hoefblad
Essay
In het oog van de storm
Essay
Vroeger was oorlog simpel
Essay
De taal der letterheren
Essay
Vergankelijke roem
Essay
Aan de stamtafel
Essay
Vóór ons de Zondvloed
Ruk de cither van den wand
Essay
De taal van de intelligentsia
Kroniek & Kritiek
De waarheid en de leugen van ‘Open Access’
Essay