Naar Palestina gaan om Hebreeuws te spreken en schrijven en te beginnen met in je hoofd te vertalen wat je als kind hoorde zeggen als je op straat liep,
en de Duitsers en de Fransen hun talen te laten, want zij hebben ze zo hard nodig, und jeder soll nach seiner Façon selig werden.

Of Jiddisch uit te spreken alsof het Arabisch is,
ook als truc voor als je een Arabier tegenkomt die familie van je is, die zo zijn best gedaan heeft om jou te vergeten en jij bent hem vergeten.

Of je wilt beginnen met Jiddisch te leren, want wie al Duits spreekt en schrijft
hoeft nauwelijks zijn best te doen om Jiddisch te begrijpen, dat is een voordeel van Jiddisch boven alle andere talen.

Maar juist daarom kun je gemakkelijk iets belangrijks verliezen als je van Duits naar Jiddisch vertaalt of omgekeerd,
dus misschien zou het beter zijn om in Palestina Frans te spreken.

Je kunt makkelijk Jiddisch en Duits door elkaar spreken, of je Jiddisch verduitsen of verhebreeuwsen, en zo verder, de ene taal na de andere,
in zes dagen de wereld rond en op de zevende ben je stil, knik je naar een andere oude man die je op straat ziet – waarom zijn we allemaal zo oud?

Je wilt het meest eigenlijke van je volk terugvinden waar ze het meest achtergelaten zijn,
en dan zoeken naar wat het meest verschilt van wat de rest van het volk heeft of wat het meest lijkt op wat de achtergelatenen van andere volkeren hebben?

Wat ze vergeten hebben weg te gooien en dan niet meer durven weggooien
omdat het ze eraan herinnert dat zij zelf ooit vroegen: maar wil je mij dan weggooien?

Als je wat je schrijft zo eigenlijk mogelijk wilt maken, probeer je het dan oud te laten klinken,
of juist zoals iemand schrijft die niet van tevoren nagedacht heeft hoe hij een verhaal wilde vertellen en nu maar ergens begint met zijn beitel letters in een rots te hakken?

Als de Jood een staat wil hebben, waarom in Palestina, waarom niet in Europa,
het moet toch mogelijk zijn een staat op te richten waar je nu toch al bent.

Welke staat is niet ook een gevangenis voor volkeren,
elke dag komen er wel een paar meer bij?

Je zou altijd nog een staat willen oprichten waarin je net zo makkelijk als je van mening verandert
kunt veranderen aan wie je om hulp kunt vragen als je wilt vluchten – en je hoeft niet eens.

Gisteren dacht je dat de Joden geen staat meer zouden willen hebben als ze allemaal veel ouder zouden worden,
maar vandaag heb je een ander idee, zo nieuw dat je je niet hoeft te verontschuldigen voor het oude.

Je leest de onafhankelijkheidsverklaring voor alsof je een toneelspeler bent die het publiek aan het huilen wil krijgen, desnoods om hoe slecht zijn spel is,
omdat hij niet zeker is of hij ze aan het lachen kan krijgen.

Als je zegt dat ik naar je luister alsof ik beloofd had voor de staat dood te willen gaan, dan zal het wel zo zijn,
en dan wil ik ook wel zeggen wat mij misschien voor de staat dood laat gaan of de staat voor mij.

In Zion zou de Jood te veel bezig zijn met huizen bouwen en daarin wonen,
maar in Europa is het alsof hij sinds de dag van zijn geboorte naakt geweest is en nooit naar een kapper geweest is, maar vanochtend is hij aangekleed, snel geknipt en geschoren.

Je kunt altijd nog naar Zion verlangen zoals Jehuda Halevi, omdat hij dacht dat hij in Jeruzalem goede buren zou hebben,
als hij daar een huis gekocht had, zou de prijs omhooggaan vanwege die buren of zelfs vanwege een enkele buurman.

envoi

Wat een verrassing, dat Zion als Sicilië is,

amandel en laurier.

Mijne heren Joden,

zullen we eerst gaan ontbijten?

Er zijn drie mogelijkheden,

maar die aan het plein is de beste.

Ze hebben een terras op straat,

maar als je door de gang voorbij de keuken loopt, kom je op een klein binnenhof.

Nachoem M. Wijnberg (1961) is dichter – in maart 2022 verschijnt zijn twintigste bundel Namen noemen – en publiceerde vijf romans – laatstverschenen Alle collega’s dood (2015). In 2018 ontving hij de P.C. Hooftprijs. Hij is ook werkzaam als hoogleraar aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam.

Meer van deze auteur