Oi, Hermann, Jean, Vióla
Hoezo kan ik mijzelf niet eten?
Wie heeft jullie dat verteld?
Ik ben omringd door mezelf
Zwem bloed, preek eenzame taal van naalden en confetti
Ik slijp mijn gereedschap in het bijzijn van meesters

Kijk naar de vrouw die bloedkleden weeft
De wol blijft sappig, het spreukenboek dicht
Ik kijk niet om, draag haar
Schrijd door de achterdeur mijn huis in
Draag deze massa en afgekloven botjes

Je mag watertanden van statische gedachten
Het gebit is een kunstmatige toevoeging in dit experiment
Een mens moet toch genieten van een maaltijd
Als deze met liefde is geserveerd?

Wie zei het ook weer?
‘Als de bomen vertrekken, haast de mens zich erachteraan…’
Was het mijn allerliefste Thomas? Irina? Emmanuel?
Doet er niet toe: een parade van gekrompen magen en knopen zijn wij
Niemand is de neutrale, doorzichtige waarnemer van het spektakel
Zwaai nu en er zwaait iemand terug
Raap andermans lepel op en eet ermee
Wie was er zo dom het hoofdgerecht van tafel te laten?

Simone Atangana Bekono (1991) is schrijver van proza en poëzie.

Meer van deze auteur