Redactioneel
van wie zijn de drachtige(n)
van wie is straks mijn baren
ook het gedicht, hierna te noemen
maartje smits, is niet van zichzelf
zij spint de serpentine
volgzaam
karrenspoor
rolkoffers
over doffe
tegels binnen
noch buiten
achter de scanner lonkt
een indoorpark
sluit aan, maartje
sluit aan
terwijl een computer de naaktbeelden aflikt
terwijl voorwerpen ingeslikt of ingebracht zelden
worden gedetecteerd
verlangt het ingecheckte kind
een 100-procentcontrole
ze scannen je / ik ben
een voertuig dat wordt doorgelicht
een baarmoeder trekt samen
minigolven
mooie blauwe stralen van het achterland
voorbij veiligheid en controle
het ingecheckte kind
vraag nog wat we bedoelen
met uitzicht
(ons opgeslagen gelaat)
plaats uw voeten in voorgeschreven spreidstand
u voelt misschien een briesje
een seconde
een tweede seconde
een staat waarin iedereen ons mag aanraken en
afkijken
is dit de controle
dan gaan we hier liggen
algoritmes grasduinen langs
de subramen van mijn / haar gezicht
een neusbrug markeert
de afstand en categorie waartoe wij gaan behoren
dit blikveld is onschadelijk
zij is wit
en vrouw
en opgeleid
zij glimlacht 80% oprecht
correct in zo’n situatie
zij vormt geen bedreiging
BVDB
BVDB #10
Poëzie
03/07/2017
Poëzie
Het bezingt Zich
Essay
Ons ik
Verhaal
De geest van de machine
Essay
Het essay en ‘ik’
Verhaal
Eindeffect 3
Essay
Mijn lieveling, hoe kan je me zo afvallen?
Verhaal
Alleen met Sally in Amerika
Verhaal
Bunker in Excel
Verhaal
Het Buffet
Poëzie
Revolutie
Essay
‘Nee, zo zeg ik dat niet.’
Poëzie
Vijf gedichten
Verhaal
De terugweg
Poëzie
Goede Vrijdag, naar het oosten
Kroniek & Kritiek
Romantiek
Poëzie