Redactioneel
I
i ben het centrum van de aarde
hoe kan i anders elke dag met ichzelf wakker worden
i zou nooit elke dag met ichzelf wakker worden
als dat niet hoefde dezelfde zorgen zelf
de door nader te bepalen infectie dichtgegroeide ogen
nee dit is geen keuze of minstens niet een voorkeur
i ben het centrum van de aarde
II
i sta op en leg mi vinnen naast me neer
scrub mi schubben schoon onder de douche
oefen het openen en sluiten van mi bek
zit er genoeg zuurstof in zeepbellen om
zonder water te kunnen
en wat moet mi baas wel niet denken als i
met de ingewanden tussen mi oren
op mi werk aan kom kakken
III
als i niet gemaakt ben van één
ik, dan net zoveel als om zes uur tweeënvijftig
ganzen over het meer razen
en sommigen vragen aan anderen de weg maar dat gakken
valt uiteen op het spiegelveld
sommigen verdwijnen daarachter
terwijl dat vet er niet voor gemaakt is
steken
met die vleugels achter waterplanten
mos dat niet geademd wil worden
sommigen dansen met ichzelf niet de zon
doen peukies in plaats van wolken
en één die op die buik in het gras ligt om te zien
hoe water ook een lip kan zijn
van een mond die nooit opent om de wereld op te eten
IV
een gans is een eend die die nek uitsteekt
V
het ei rolt van de voet de heuvel af het water in
de vissenkop, de kikkerdril zo diep het wil, het steen
voorbij het drijft alleen als het rot is
in de kern van de aarde gaart en daar wordt
waar de wind anders waait de titel van een westerncultfilm
met rode en witte ninjacowboys
openingsscène van aquareldoeken
achter computergegenereerde kampvuren
of ten minste met de hand getekende indianen
ertussen op de horizon
mi lief
vraagt ich wel af
welke mens als eerst een eitje bakte, en waarom
VI
i loop hand in hand met mi kleinste
ik die vraagt waarom i nooit in mi palmen
kijk of i vrees voor overlopende lijnen
een kikker zei gedag niet lag net lekker te slapen
achter die knipvliezen
mi kleine snapt daar geen snars van
het komt pas later waarom die niet terugzwaait
jij bent ik terwijl die wijst
met vingers zo groot als mi vingers
en i leg uit leg uit een brug
met ons tong
de ogen van mi kleine zijn
ingevallen
maar als die slaapt is die precies een kikker
VII
een beuk is uit het meer losgewoeld
naar de kant omgevallen
i sta met mi rugzak naast de stam
die voelt als de nek van een paard
i klap het moed in aai die vacht
i overweeg om in dit meer
je lichaam achter te laten
i besluit om in dit meer
je lichaam achter te laten
doe mi rugzak af en maak die open
haal daar een voor een je ledematen uit
en leg ze langs de wortels te drijven
alles hier zwijgt
een wiebelende baars
koper als een herfstblaadje tevreden
tegen de oever
met die linkerflank als een plastic zak boven water
bewijs dat de dood er leeft
het is geen gif in het meer het is gelatenheid
het is het eind van een cyclus
niet aan te wijzen zichtbaar
van nu af aan is alleen nog wij
Essay
Ons lied van Beuys
Poëzie
Naast Joseph Beuys
Essay
Elk mens is een kunstenaar, zegt Joseph Beuys
Poëzie
Poëzie
Podcast
Dat ze een pauk als tafel gebruikte
Beeld
Zwischenstufen – resonantie, zwart, een lege hoek
Verhaal
Langs de galerijen
Essay
Ontmoetingen met Rothko, pogingen een ‘wij’ te maken
Poëzie
Drie gedichten
Essay
Een lichaam, een geest
Verhaal
Oscar Spaans
En dan...
Captain Beefheart and the Magic Band, Big Eyed Beans from Venus
Poëzie
De Vlinderonderzoeker
Schrijver in de wereld
Werken aan de binnenwereld
Poëzie
Twee gedichten
Essay
Onderzoek naar het vanzelfsprekende
Poëzie
Mistflard
Poëzie
FORTUNE COOKIES INC.
Kroniek & Kritiek