Misschien is het menselijk bewustzijn een toevallige, onnutte uitwas die evolutionair gezien weliswaar tijdelijk de overlevingskansen van de soort bevorderde maar ook ongeëvenaard (zelf)destructieve ontwikkelingen heeft bekokstoofd. Oud-_Gids_-redacteur Arjen Mulder sprak met de vermaarde filosoof Daniel Dennett over deze niet te localiseren functie, en over haar al even ongrijpbare zuster, de verbeelding. Om werkelijk iets te kunnen begrijpen, stelt Dennett, heeft de wetenschap Proust nodig – de schrijver die zijn wijsheid peinzend in bed verwierf.

Luieren is een levensvoorwaarde, zo blijkt uit de sprankelende Kousbroeklezing van bioloog Tijs Goldschmidt, niet alleen voor hemzelf en voor andere denkers, maar ook voor de dieren, die er ogenschijnlijk geen profijt van hebben. Die dieren weten veel beter dan mensen wanneer het tijd is om te niksen en te spelen – als weten het woord is. Paleontoloog Jelle Reumer bespreekt met smaak het werk van Tim Birkhead, die zich met alle bestaande middelen in vogels probeert te verplaatsen. Bird Sense is de prettig dubbelzinnige titel van diens laatste boek; het gaat om de zintuigen, maar ook om gevoel en een vorm van ‘verstand’. Bij de ware sense hoort sensibility, zoals samengesmolten in het verhaaltje en de vier gedichten die K. Michel voor dit nummer uitkoos.

Ook bij de boekbesprekingen komt het bewustzijn terug als thema, in de kritische analyse die Jan van Hooff – leerling van Tinbergen, docent van Goldschmidt en De Waal – wijdt aan het meest recente boek van Thomas ‘What it’s like to be a bat’ Nagel, en in de beschouwing van Gids-redacteur Merlijn Olnon, die zich met regisseur Errol Morris verbaast over de manipulaties die de menselijke geest zich met geënsceneerde beelden argeloos laat welgevallen. Om werkelijk sapiens te zijn moet Homo erg zijn best doen en vooral scherpzinnige schrijvers volgen, om als Homo politicus mee te tellen kan hij nog altijd terecht bij Aristoteles, die volgens socioloog Dick Pels de sleutel heeft tot de leefbare vorm van democratie. Ten slotte presenteren we de gouden pennen van drie fictieschrijvers, van de beginnende Gregor Verwijmeren (voormalig Gids-debutant) via de van zijn romans en recensies bekende Rob van Essen tot de gelauwerde Javier Marías, en de gouden woorden van dichteres Ester Naomi Perquin: de stof waaruit de werkelijkheid bestaat is de ander, eigen observaties blijven fictie totdat er iemand meekijkt.

Nu u toch met dat bewustzijn opgescheept zit, kunt u maar beter De Gids lezen.

Esther Wils (1964) was van medio 2006 tot medio 2014 redactiesecretaris van De Gids.

Meer van deze auteur