Schouw

Mega glossy, haar lichaam dat in badmode
geweldig uit het cellofanen water klimt

geen nagelriem beschadigd
geen oorlel doorgeprikt

Mieters deftig, zijn eng gezwembroekt lijf dat
bijkans schijndood uit het kleedhok stapt

geen schouders ooit brozer
geen porie zonder talg

Och smart, de lichamen kennen elkaar, acteren een
groet en beginnen uit hun snoepmonden te kwaken

geen pose natuurlijk
geen beweging onopgemerkt

Lieve help, de maagden lopen een eindje met elkaar op, de één
vormelijk
grapjes makend die buiten de vriendenkring hun humor node
ontberen

geen uitweg in draadhek
geen triomftocht per brommer

O mensch, en de ander schichtig lachend rap reikend naar
handdoek terwijl
haar kijkers de zonneweide afspeuren naar de reeds vertrokken vriendin

Liesbeth Dingemans

geen tijd zonder bom
geen grap of

Ik onderbreek, want het lijkt al te kras op een hoofdstuk uit
mijn autobiografie, en geen poëzie zal ooit mijn lentedagen

figuurzagen opdat deze tot in het jaar 2071 op de marmeren
schouw te bewonderen blijven omdat er toevallig een doos foto’s

omkiepert wanneer ik langs het Amsterdamse huis fiets met de kamer
waarin je tijgerde, zong, vocht, danste, blokte op je proefwerken en

vervloeide met de schaduwen van je ouders en oudere zussen in
de grauwte achter het raam waarin nu deze burgo bloemenvaas.

Groot ben ik en ik hoef echt niet met de koevoet te poeren om
iets te voelen dus ik stop en stap af en loer naar binnen en zie

een lamp een stoel een bank een scherm een box een pop een
hond en een roestig muuroog van het portret dat er niet hangt.

Micha Hamel (1970) is componist, dichter, en als onderzoeker verbonden aan Hogeschool Codarts Rotterdam, waar hij een onderzoek leidt naar vormen van gamificatie die bedoeld zijn om de oren van concertpubliek te trainen. Hamel publiceerde tot nu toe vijf dichtbundels bij uitgeverij Atlas Contact, waarvan Toen het moest _(2017) de meest recente is. Zijn opera _Caruso a Cuba gaat in maart 2019 bij de Nationale Opera in première.

Meer van deze auteur