Groeten aan de oneindigheid

Tegen aanwezigheid valt niet te schuilen.
Ik lig wakker van alle deuren achter mijn deur.
Een dief is ruimdenkend op het gebied van bezit.

Ik maak deel, lig wakker van parken vol ogen,
bussen vol ogen
en zo’n twee ogen per fiets,

op dagen die zich bevestigen
in onwrikbare stadsplattegronden
van ordinaire sterrenstof. Er is niets anders.

Ik ontsnap niet. Een parachutist is slechts
ruimdenkend op het vlak van zwaartekracht.
Gapend doe ik groeten aan de oneindigheid.



Stoomcursus Louteren

Nee. Blijf staan in langdradig daglicht,
nadat de baan van de zoetsappige maan
zo traag loopt dat die aan je merg trekt.

Sta. En als je toch uit je voeten vertrekt,
merk dan hoe je bij elke pas die je zet
in honderd stukjes wordt opgerekt,

hoe grijpgrage tandjes van je streven
je bindmiddel aanvreten. Sta liever
op privé-kraakbeen-knabbeldieet.

Ja. Sympathiseer met stoïcijnen
maar wantrouw onder hen
de natuurtalenten: een kiezel

complimenteer je ook niet. Eén
is je lievelingsgetal. Als je het aantal
mondhoeken in een mensenhoofd

berekent, kom je steeds op twee. Met
geluk als het omgekeerde van kiespijn:
nul.

Arnoud Rigter (1978) is dichter en kunstenaar. Hij publiceerde een aantal multidisciplinaire dichtbundels, waaronder Zoek de zeesnuiver (2013) en Het duimzuigend fossiel (2011). Hij noemt zichzelf een allesmenger: in zijn werk combineert hij graag genres als poëzie, performance en beeldend werk, en rekt hun kaders op.

Meer van deze auteur