1.

‘9-keto-trans-2’
Estetica, stekeblind, ging van huis;
er vond een grote bijentelling plaats
in herberg ‘De Uitgehongerde Bij’,
ook wel genoemd Q’s ijzige droomdoos.

‘De Rustende Jager’ heet nu ‘Intensz’;
leven kan niet vroeg genoeg óndergaan,
was ook het credo voor het koude brein
waarin wij schaterend herschapen zijn.

Red de bijenkoningin van de wet
die nu rondgaat in de gedaante van
velerlei vermomming en stofwolk; keer
Cycloon van Borculo, even terug, blaas
de knekelhuizen weg van de akkers,
ach poëzie, kom in Laagland terug.

2.

‘9-keto-trans-2’
Alleen op daken is de bij veilig,
bijvoorbeeld in Amsterdam of Berlijn;
maar niet in Gent, daarginds niet want daarzo
kantelt de stoorzender Q de raten.

Scheef, scheef, alles schuin, schuin de raten; in
blauw tl-licht bungelt een lamp; een zak
infuusvloeistof voedt niets meer en leidt dan
nergens heen, ja, namens de wetenschap.

De bijenhersentjes moesten sterven,
rolwagens met lucht aan boord toeren rond.
‘Contemporary art’, roepen gidsen

en suppoosten op verlaten velden
en in leegstaande zalen waar het geil
van hofnarren een vale huifkar verft.

3.

‘9-keto-trans-2’
Alsof sculpturen kunnen groeien!
Het zijn de schuttingbouwers die bouwen,
zogenaamd dan, eerder nog bouwt de wind
of ’t veld waar de paasvuurstapels staan.

Wassenbeeldenmuseum van koud gips
legt het af tegen één levende bij;
op het stoppelveld vloeit de gentiaan;
leven en dood zijn niet kaartje egaal.

Zelfs van de Skythen zijn de zeisen stil
neergevallen, en om de dooie dood
zijn wij, gelukkig maar, nog niet ons brein.

Q’s knekelhuis spreidt zijn duistere gloed
spoorslags in ’t rond, oh keto-trans
maar de wind zingt boven ’t arme brein.

4.

‘9-keto-trans-2’
‘De woorden liefde, trouw en tederheid
zijn beurzensnijderswoorden. Propaganda.’
Gerrit Komrij, Het chemisch huwelijk

Toen bogen de brekers zich over de bij
en pluisden grondig de bijendans uit.
Wat beweegt wel de verkenner die danst
en al dansend het bloemenveld aanwijst,

en de geduldige honingoogster
die foerageert en vrolijk wandelt, – en
dan verschijnt de ongevleugelde dar,
de onguurste danser op de globe.

De zang van de voortdurende oorlog
wordt die van de afgeknipte klauwen
en zinkt samen met het scheepje Zwaar Weer.

Q’s volkslied raasde lang door de bermen
maar eens bederft de bederver niet meer,
en het Leerboek der Ontploffingen sluit.

5.

Aan een knekelhuis
‘Dichters zijn ezels en ezels vlegels.
Dankzij de balkers is er harmonie.’
Gerrit Komrij

Uit de eendenpers keert geen eend héél weer,
maar wie beweert dat wij eenden zijn, Komrij.
Niet Orwell op Jura, of het ezelspact
Van de luid balkende meercelligen.

De omgekeerde wereld was hun halfrond
met hun troep dubbelplusgoed eendensprekers,
kwakend met gespleten snavel, snaterend
tot ’t laatste merg er de brui aan gaf.

Renaissance van Ficino stroomt nooit aan
uit een knekelhuis op de dodenakker, zwart
slot dat in Portugal staat, druppelend van gal.

De garstigen en gekromden slaan hun kram
dwars door ’t hart; drekkarren over de grens
van goed en kwaad, ah!, poets, poets de plaat.

(‘dubbelplusgoed eendensprekers’, Orwell, 1984)