Klepperende brievenbus

Toneelspeler in rol van toneelspeler
komt op, luistert naar gerommel in de coulissen,
stapt naar voren

en kijkt in orkestbak

zegt:
persoonlijk voornaamwoord, werkwoord,
bijwoord, bijvoeglijk naamwoord

dan is het stil

heb ik dat gezegd?

kan ik me niet voorstellen,
wanneer?

maar het moet wel,
het voelt aan als een herinnering

regisseur denkt na over pun van Shakespeare:
hier stemverheffing of juist niet?

ondertussen schrijft columnist laatste column
en sluit af met dankzegging aan lezers

halve zin, pauze, tussenwerpsel
pauze, rest van zin

terwijl columnist laptop dichtklapt
valt krant door brievenbus op deurmat
en mindert tram vaart bij nadering brug

regisseur in tram ziet verlaten halte naderen
ziet halte langzaam tot stilstand komen.




Tijdelijke tramhalte

Nu ik weet wat ik wil zeggen
ben ik het weer kwijt

iemand stelt een vraag en nog een vraag
en nog een vraag

of ben ik het zelf?

of zijn het beweringen?

en terwijl er een antwoord aankomt
op een zogenaamde vraag
komt er een volgende zogenaamde vraag doorheen

het lijkt of we aan het wandelen zijn in een bos

maar we staan te wachten
op een tijdelijke tramhalte in de stad.




Ravage

Op de grond gevallen:
publiciteitsfoto van klavecinist

over elkaar geschoven boeken,
afgebroken poot van gestruikelde tafel op
door elkaar geraakte landkaarten

geluid, afwending van blik

nadat aardbeving ravage heeft aangericht
zet ik eerst klavecinist overeind

daarna stoel waar ik op zat,
rest komt morgen

de stappenteller
waar is mijn stappenteller?

Martin Reints (1950) schrijft gedichten en essays. Hij debuteerde in 1981. Zijn werk werd bekroond met de Herman Gorter-prijs en de J. Greshoff-prijs. Zijn recentste publicaties zijn Lopende zaken (gedichten, 2010) en Wildcamera (gedichten en beschouwingen, 2017).

Meer van deze auteur