zet m’n keel open en laat de klanken terugkaatsen
mompel wat
traceer de sporen die m’n voorgangers hebben nagelaten en ik dank ze
wasem schadelijke damp uit er schieten termieten weg
hier zijn de hoeken afgerond hier
resoneert iets wat nooit heeft kunnen vertrekken

niets is in één oogopslag te zien moet
polsen wat waar ophoudt wat waar opent
bezoedel maar doorgrond
de streek
door ter plaatse te zijn

er wordt gebriest en nog eens in een echo
mijn retina keert alles om
roestkleurige lijnen druipen langs de afgrond het is
adembenemend

na discrete rondzwervingen trek ik
een spuitbus open en kras wat
met m’n nagels in de poreuze kalkstenen wall
hier bestonden we reeds dit is bewijs


we leren een nieuwe taal in de grot
een van strijken kerven uitlopers
halverwege de samenzwering wisselen we kleurstoffen uit en zorgen zo voor coherentie
halverwege de interventie spreken we woorden uit en zorgen zo voor
het ontstaan van dialecten die op elkaar zijn ingespeeld

we weten van alles wat maar de wanden
verzekeren ons van het tegendeel
we hebben kennis meegebracht uit de geraamtes waaruit we
zijn opgebouwd
soms past het in een kloof

weg van de massa
media in al hun krullen en lussen
met spuug uitgeveegde namen als wormen
kruipend over het vel
strakgetrokken zodat er
op getrommeld kan worden
met onze wimpers druk knipperend betreden we
de afdrukken van
ongrijpbare gidsen het is gissen naar waar
we nu precies uithangen


bezit in ondergrondse omstandigheden
verkeert in dubieuze staat
we horen mensen
oncontroleerbare geluiden maken
zeg
hoe zie jij tijd verstrijken
kom
we gaan duiding doorsluizen in dit tochtgat
nemen deze verborgen afslag, graven het op
we gaan voorstellingen interpreteren
doen alsof iets ooit duidelijk wordt
doen alsof het mogelijk is dat daar te doorgronden
niet alles laat zich zo gedwee benoemen als keurig opgestapelde aardlagen
wil er iemand zingen, de akoestiek hier is fenomenaal
aan onze linkerhand zijn er richels die staarten voorstellen
geulen die ruggen vormen
je strijkt je hand over de keerzijde
we zien elkaar hunkeren
vorderen het vertrek

Anne Marijn Voorhorst (1992) is dichter, schrijver en dj. Haar werk verscheen onder meer in De Revisor, in nY, in diverse kunstenaarspublicaties en online op Samplekanon en De Reactor. Momenteel werkt ze aan haar debuutbundel.

Meer van deze auteur