Dit themanummer van De Gids ontstond in samenwerking met het Amsterdamse fotografiemuseum Huis Marseille, waar sinds februari de tentoonstelling Revoir Paris. Parijs door de lens van de gebroeders Séeberger (1900–1907) te zien is. Alle foto’s die getoond worden zijn genomen tussen 1900 en 1907 door de gebroeders Séeberger, als inzending voor een amateur­fotografie­wedstrijd georganiseerd door de stad Parijs. De opdracht was om foto’s in te zenden van ‘stedelijk ontwerp’. Waar fotografie destijds vooral werd gezien als een medium voor geposeerde foto’s genomen in de studio, zijn hier juist spontane situaties, straatbeelden en snapshots te zien.
De foto’s tonen de stad in haar tijd, maar ook een stad in wording: iconische locaties als Montmartre en de Jardin des Plantes worden afgewisseld met foto’s van de oevers van de Seine die nog worden afgegraven. Elementen van deze stad zijn nu niet meer zichtbaar, zoals de rotsblokken die zijn verwerkt tot grond­stoffen en de rivier de Bièvre, die ondertussen alleen nog als ondergrondse rivier bestaat. Parijs is bij uitstek een stad die tot een icoon, een beeld is gemaakt en dus ‘af’ lijkt. Wat de foto’s nu, meer dan honderd jaar later, aan ons tonen is de stad als schip van Theseus: tijdelijk en immer veranderend, een geschiedenis die altijd weer wordt verteerd en vernieuwd. De foto’s fascineren omdat ze ons tonen dat een stad altijd een proces is, een tijdelijke verschijning.
De titel van dit themanummer luidt ‘Ondergrond’. Het nodigt ertoe uit om na te denken over de gelaagdheid van een stad, waarvan mensen slechts één laag vormen. Een stad is in letterlijke zin de ondergrond voor de mens die erin leeft, maar een stad is tevens opgebouwd uit allerlei ‘grondstoffen’. In deze brede zin onderzochten schrijvers de ondergrond van de stad.
Zo wordt het idee van de geologische en materiële ondergrond van de stad onderzocht door Mikki Stelder, die ingaat op de controlerende houding van Nederland tegenover het water, en door Arjen van Veelen, die schrijft over de bruin­kool­mijnen in Duitsland. Emma Zuiderveen vertelt over de walvis die opduikt in de foto’s van de Séebergers van de Jardin des Plantes en de manier waarop de aan­wezigheid van het dier in de stad ons met onszelf confronteert. Roelof ten Napel beschrijft hoe de betekenis van de stad gedurende zijn leven verandert, de stad ook als economische ondergrond. Allereerst wordt het werk van de gebroeders Séeberger geïntroduceerd door Jan Postma, die de vraag behandelt of een foto een spontane werkelijkheid vastlegt.

Revoir Paris is tot en met 22 juni te zien in Huis Marseille.

Namens de redactie,
Alma Apt, Maria Barnas, Maria van Dordrecht en Safae el Khannoussi