Ook vandaag overvalt Boekverkoper bij het betreden van de nog lege boekhandel als altijd een dubbel gevoel: een mengeling van verveling en anticipatie, van herhaling en verandering.

Verveling vanwege het besef dat de dag er onherroepelijk weer een wordt die zijn ritme zonder genade of respijt zal opleggen. Jas uit, kassa aan, collegiale koffie, kijken wat er nieuw is binnengekomen. De boel de plank op, displays herordenen en verversen. Herbevoorraden, uitdunnen en retourneren. Catalogi doornemen, besprekingen en signalementen bekijken. Bestellen en bijbestellen. En daartussendoor, niet onafgebroken maar in horten en stoten – als door een of andere snode macht precies gespreid om iedere vorm van concentratie, ontspanning en diepgang consequent onmogelijk te maken – de Klant en diens Vraag, waarvoor de zee van boekhandelswerk subiet moet wijken.

Maar ook anticipatie. Want Boekverkoper ziet het als een ambachtelijke uitdaging om de culturele productie (zowel de wetenschappelijke als de kunstzinnige) in alle omvang en veranderlijkheid jaren achter elkaar dag in dag uit te overzien. Om ieder nieuw stukje – enkele maanden eerder al aangekondigd door uitgevers van over de hele wereld – zijn plaats te geven, maar zonder te vergeten wat eerder wegzonk. Om al deze nieuwe stukjes te wegen in de tijd, ze zo te plaatsen dat zij hun verdiende plaats in het geheel kunnen opeisen, en ze verder te verspreiden. Kortom, om geheugen, gids en uitkijk te zijn. Door het beantwoorden van iedere Vraag die maar aan het waanzinnige brein van Klant ontspringt; door het zoeken naar aanknopingspunten, naar smaak, naar de grenzen ervan; en uiteindelijk door het aansturen op die perfecte (toevallig ook voorhanden zijnde) vondst.

Het mag dan lijken of hij een drenkeling is in een zee van papier, voor wie het wil zien is Boekverkoper een volleerd surfer tussen het opspattend schuim van onze cultuur. Hij zit daar in de verte op zijn plank, de minste deining afzettend tegen zijn kennis van onderstromen, een ware catalogus van ooit veelbelovende rimpelingen die roemloos de diepte in verdwenen, om soms opeens vol overgave richting branding te peddelen terwijl Journalist zich daar nog weifelend achter de oren krabt en Klant op het strand nog onwennig probeert uit te vogelen waar hij nu precies naar moet uitkijken.

En dat alles zonder een cent subsidie! Boekverkoper houdt de eigen broek op. Niet door de rest daar in de branding te minachten natuurlijk, maar juist door tijdens het afspeuren van het verre wateroppervlak altijd één oog op het strand te houden om hen zo nodig te kunnen wenken en op hun plank te helpen als het zover is.

Je zou Boekverkoper heel makkelijk kunnen wegzetten als een snob, dat weet hij. Maar hij is er zeker van dat je het dan mis zou hebben. In een andere hoedanigheid, vast, maar niet in deze. Daarvoor is zijn lot te sterk verbonden met dat van Klant. Snobisme is kostbaar, en met een marge van 30 procent moet Boekverkoper iedere cent driedubbel verdienen voordat hij hem weer kan uitgeven. Een mythisch wezen is hij haast: half curator, half barbaar.

Boekverkoper graaft zich een weg door de nieuw-binnengekomen boeken, torenhoog opgestapeld op de expeditie, en doet daartussen een vondst waar zijn gemoed een sprongetje van maakt. Maanden terug als een begraven kleinood opgediept uit de aanbiedingscatalogus van een obscure (maar favoriete) Amerikaanse uitgever, het nieuwe werk van een auteur die, na een gestage opmars (een opeenvolging van titels met steeds betere besprekingen in almaar toonaangevender literaire reviews, en steeds enthousiaster onthaald door een bepaalde Klant), nu het toppunt van zijn kunnen nadert en wel op het punt van doorbreken moet staan (gek genoeg tot nu toe vrijwel volledig genegeerd in Nederland). Het is een prachtig gezicht hoe zij daar liggen – twintig kaften één op één op de tafel, de tien rafelige Amerikaanse rough cuts en ruggen om en om uitdagend, zelfs wat agressief, wenkend. Uitgever, catalogus, vertegenwoordiger, besprekingen, omslag, aanprijzingen, blurb, inhoudsopgave, conclusie, de ontvangst van eerder werk, en jaren aan planken vol vergelijkingsmateriaal; alles zegt Boekverkoper dat hij het goed heeft… tegen deze geleefde ambachtelijke kennis en ervaring kan geen algoritme van Google of marktanalyse van bol.com op.

Vol verwachting staat Boekverkoper voor zijn boeken, halsreikend uitziend naar die Klant die het stof van zijn ambachtelijkheid afwrijft en het weer glans verleent te midden van de overdonderende zandstorm van anonieme datavreters.

En daar is hij! Zoekt iets, weet niet precies wat, heeft eerder zus gelezen dat beviel, en zo dat niet beviel, zoekt een nieuwe kijk op een oude vraag. Boekverkoper weet dat het raak is. Zijn schat heeft een rover gevonden.

En hij heeft de kaart in zijn handen! Hij vertelt over de auteur, over diens eerdere titels, over de culminatie in dit werk – juist binnen, en nog door niemand gesignaleerd, nauwelijks ergens te krijgen ook.

Dan, Boekverkoper voelt het, maakt Klant, het boek al in de hand, geïntrigeerd maar twijfelend, zich klaar om die ene Vraag te stellen waarmee hij zich over de streep wil laten trekken, de Vraag die Boekverkoper met een volmondig ‘zeker’ zou beantwoorden als hij autoverkoper was; een antwoord echter waartegen alle beschaving in hem zich verzet, omdat het er niet toe zou moeten doen, omdat hij meer over het boek weet dan een subjectieve lezing hem ooit zou kunnen vertellen, omdat juist zijn objectieve niet-lezing er voor Klant toe doet, omdat hij oprecht weet dat dit is wat Klant zoekt; de Vraag waarop hij niet met ‘nee’ of een korte uitleg kan volstaan – maar dat toch moet, in de volle wetenschap dat hij dit alles onmogelijk kan uitleggen zonder als een intellectuele aanrander over te komen, en dat zijn ‘nee, maar wel besteld en ingekeken’ hem in de ogen van Klant genadeloos zal diskwalificeren als charlatan. De Vraag, kortom, waarop zijn antwoord Klant definitief tot niet-Lezer van dit werk zal maken en misschien zelfs tot niet-Klant…

In vier doodeenvoudige woorden rolt hij van de lippen van Klant, om de wereld van Boekverkoper op zijn grondvesten te doen schudden: ‘Heeft u het gelezen?’

Vrij naar Alessandro Baricco’s De barbaren en Pierre Bayards Comment parler des livres que l’on n’a pas lus? / How to talk about books you haven’t read?

Merlijn Olnon (1972) is boekhandelaar, essayist en was tot 2016 Gids-redacteur. Hij is sinds 2005 werkzaam bij de Athenaeum Boekhandel, waar hij verantwoordelijk is voor de academische activiteiten en relaties. Hij promoveerde aan de Universiteit Leiden op de cultuur van interculturaliteit in Osmaans Izmir.

Meer van deze auteur