Redactioneel
Europa (1931-1932) was de eerste film van schrijver en filosoof Stefan Themerson (1910-1988) en kunstenaar Franciszka Themerson (1907-1988), gebaseerd op het antifascistische gedicht Europa (1925) van Anatol Stern, dat hij had opgedragen aan ‘de tragedie, de misère, de wijsheid en de verdorvenheid van Europa’.
Toen de Themersons in 1938 vanuit Warschau naar Parijs verhuisden, namen ze hun films mee. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog gaf Stefan Themerson vijf films in bewaring bij het Vitfer Film Laboratorium in Parijs. Daar werden ze door de nazi’s in beslag genomen. Europa was voor het laatst vertoond in 1930 in Polen. In 1983 werd de film op basis van enkele stills en fotomateriaal gereconstrueerd en voorzien van een voice-over, die het van beelden buitelende gedicht van Anatol Stern voorlas.
In 2019 werd een exemplaar van de oorspronkelijke film teruggevonden door het Pilecki Instituut van het Bundesarchiv in Berlijn. De stomme film kreeg een nieuwe soundtrack met muziek van Lodewijk Muns. Europa wordt inmiddels gezien als een van de belangrijkste films van de twintigste-eeuwse Europese avant-garde.
Maria Barnas vergeleek de oorspronkelijke film met de reconstructie en vroeg zich af of er beelden bestaan die het fascisme kunnen bevechten.
Men construeerde een stilstaand naakt
het onderlichaam afgewisseld met een brood
opengesneden onder een nieuwe hoek.
Men verzon een sculptuur van een hoofd.
Twee vrouwengezichten op lange benen
een bewegingloos hart en een zwart vlak
van niet weten – wat denk jij, Malevich? –
bleef lang staan. Kan de daverende snelheid
van beelden iets inbrengen tegen de laarzen
die ikzelf meende te zien
– gereconstrueerd of verzonnen Europa –
ze stampen het oplaaiende gras
dat er wel was plat de laarzen ze stampen
spetters uit de mist licht vervloeiend.
Een bokser juicht zonder geluid
de winnende vuist omhoog
een hart slaat krimpt slaat
een dansende kwal pijp
kwijnt klok kind appel
over man eet appel.
Van wie is de vlag met bloedsporen?
Van wie is de vlag met bloedsporen niet?
Een hoge holte zakt
om het fascisme dat als een verloren
film gereconstrueerd kan worden.
En wat wordt er deze keer bij verzonnen?
De ogen van een man bestaan uit puur licht
en iemand snijdt de appel
iemand eet de appel
iemand
met gebalde vuisten staat stil.
Een andere man eet vlees met vetranden
is dat hem de fascist dat moet hem zijn
als ontbijt met puilende plooien in de nek
wat roept hij om wie roept hij na?
Wolken megafoons schudden in het ritme
waarin altijd al werd gestampt
opdat er geschampt gestampschokt
zal worden in net genoeg beelden per minuut
om te laten zien dat dit leven
een botsen van orde wanorde
orde is in de wanmuil van de man
die schrokt opschrokt proppen
krantenberichten vliegen de massa aan –
Schreeuw terug! schreeuwt het in de dichter.
Sta op iedereen maar de dichter met gebalde vuisten
kan de juist toon niet vinden
hij weet niet wat zijn beelden zijn.
Een hart pulseert als een beschadigde lamp
kanonnen soldaten prikkeldraad spin
lichaam op kruis jaknikker
van wie zijn die strepen welke vlag
draagt de toetsen van een verloren piano –
opdat wanmannen zoals hij
en de mannen die hij wil worden
wat misschien dezelfde mannen zijn
in de ogen van die zelfverzekerden
die de wereld willen verbeteren
door zichzelf als norm te nemen
verteerd worden door het ogenblik
dat het licht in haar ogen
liefde lijkt of is en het licht
dat haar ving elkaar vindt?
Appels worden gesneden aan de lopende band.
Een groot publiek versneden uit de herhaling
van een enkeling eet de appelschijfjes.
Zijn wij dat? Waar is de hand die het huis
van de appel vond gebleven en wat maken
de letters van de typmachine kapot?
Er is een moment rust en nog een
in heldere vormen van een liniaal een hand
een gebouw gebouwen wolkenkrabbers
wiek of eeuw eeuwen leeftijd ouderdom
het hart s o s in spiegelbeeld
maar een dijende tak wringt
en blote voeten snellen door het gras.
De wuivende takken de blaadjes
worden door snelheid vervormd
zodat flarden van appels een seismograaf
en een sprietje
tussen de stoeptegels de straattegels opzij
duwen om een boom te laten groeien.
De bomen vallen om.
De steden vallen om.
Opengesperde monden gillen
in een vallende stilte vallen
vluchtende voeten
benen dynamiet
mooie ogen kijken liefde
stad valt het lichaam aarzelt.
Is het genoeg dat wij hier
hortend getuige van zijn Europa
wat beteken jij nog
als ik er beeld voor beeld
van overtuigd raak dat toekijken
een appel eten
die op een hostie
die op het lichaam
van iemand met goede bedoelingen lijkt
medeplichtig maakt aan oorlog
ook als je de tv uitzet.
En de vluchtenden die ongeteld
sterven teruggeduwd teruggeschoten
niet direct nee maar toegestaan want gezien
gaat dit over jouw grenzen Europa
en niemand die hen reconstrueert.
Dat ik twijfel of ik wij moet zijn
en wat er overblijft van ons
als we ons niet kunnen herinneren
welke beelden we nodig hadden
om te strijden tegen wat ons monddood
maakte als we niet weten welke beelden
we nu moeten kiezen.
En de reconstructie neemt de tijd wel
de reconstructie opereert
in een vacuüm de reconstructie
construeert terwijl wij zoeken
naar het goede woord.
Ogen kijken omhoog
een hemel vol paniek
zakt slingerend in een maag
een schoonspringer duikt weg.
Essay
Intussen, op het treinstation
Essay
Essay
Essay
Wonderen, waarneming en waarheid
Essay
Bespiegelingen
Poëzie
Poëzie
Essay
Sergej zoekt de toekomst, droomt zijn vader
Verhaal
Het licht in het loof
Poëzie
Poëzie
1922
De kromming van het licht
1922
Nieuwe geografie
Verhaal
Mysterieland
Essay
Close reading III: ‘tussen baby’s en leugens’
Essay
Over auto’s
Poëzie
Lochia
Het wilde lezen