BVDB
We stoppen nooit
Ik heb geen land om naar terug te keren
Ik heb geen land om uit verbannen te worden
Een boom met wortels als een stromende rivier
Als ‘t stopt sterft het
Als ‘t niet stopt sterft het
Op de wang en op de arm van de dood
Heb ik mijn mooiste dagen doorgebracht
En mijn land dat ik elke dag verloor
Won ik elke dag weer
En de mensen hadden één land
En mijn land vermenigvuldigde zich in verslagenheid
Het hervond zich in verlies
Haar wortels zijn als de mijne, van water
Als het stopt verdort het
Als het stopt sterft het
We rennen allemaal met een rivier van zonnestralen
Met goudstof opwaaiend uit eeuwige wonden
En we stoppen niet
We waren allemaal aan het rennen
We dachten nooit aan stoppen om elkaar te ontmoeten
Ik heb geen land om uit verbannen te worden
Ik heb geen land om naar terug te keren
En als ik in een land stop
Sterf ik
Rivier
Als er een rivier was die het Karmelgebergte zou splijten
en in de zee zou uitmonden
zou ik hem de rivier van de afwezigen noemen
dan had ik hem de tunnel van verlossing genoemd
dan had ik je dagen erin geworpen en laten wegspoelen naar de monding
als er maar een rivier was.
Vertaling: Nisrine Mbarki
Redactioneel
Bij dit nummer
Essay
‘Als het pijn doet gaan we terug naar zekere rivieren’
Poëzie
Cry me a river
Verhaal
Kop en staart
Poëzie
De bron van het later
Poëzie
Ik sprak met de rivier / En de rivier die sprak terug
Poëzie
Drie gedichten
Essay
Kapuas
Poëzie
Smutna rzeka
Poëzie
Van de zee
Essay
Lezen met een zaklantaarn
Verhaal
Aantekeningen over schrijven
Poëzie
ophelia, uitgeweken
Essay
Negen beelden en een bruiloft
Verhaal
Overstekend wild
Poëzie
De dood in de pot
Kroniek & Kritiek