Redactioneel
Zetstukken van de herfst in beeld geschoven
waar je maar kijkt: wijnrode muren van hoeven,
vergulde akkers, dwarrelend blad. Hoe slim
je ook over je schouder spiedt – nergens verkeerde
schaduwval, geen naad te zien
waar een kier is geplakt. Je loopt erin.
Theater vroom van najaar. Scherp
tot in de verste diepte. Maar een vermoeden
van iets hoogst ongeziens waar je haast U
tegen zou zeggen als je niet beter wist.
Het klooster door een oude kinderhand
uitgeknipt wit tegen de achterwand.
Avond. Uilen nog niet, maar diep in holle paden
lichtjes van lampions en dunne kinderstemmen
voor alle zielen die onze troost behoeven
omdat ze zonder woning zijn. Of willen wij juist
in dit zo Duitse laagland zeker weten dat
death shall have no dominion, in de woorden van
een dode dichter? Hoor, een vos. De uilen
nu plotseling dichtbij. Als je nog stiller bent
de kinderen: Ruh’n in Frieden alle Seelen.
Maar zijn dit wel de kinderen, is dit niet het zingen
van de stoet lieve doden in ons hoofd, of van U?
Lanen uit alle richtingen. Er schijnt een wet
te zijn omtrent waarschijnlijkheid die niet verbiedt
dat in het web van kruisingen in een verleden
ik U had kunnen treffen voor een gesprek
over het eeuwige leven of een heilig iets
dat deel is van de geest van deze plek. Nu loop
ik met mijn kleine hond door het gevallen blad
het pad af naar de poort. Onze vrouw die daar wacht
heeft ons voor altijd op de foto vastgelegd.
U blijft hier buiten beeld en ongezegd.
‘Je beenderen zullen hier als bloemen bloeien’.
Klaar ben je, levende bezoeker. De relikwieëntuin,
hoofdschedelplaats, hortus conclusus, zit in een glazenkast.
Van wat ook levenden waren elke soort bot
getooid met edelstenen, strikken, zilveren bloemen,
opdat de Dag des Oordeels zoiets wordt
als een rinkelende parade van incomplete
maar opgedirkte geraamtes. Kom liever buiten.
Daar lost de ochtendmist al op boven het veld:
uitzicht op leven, zachte paarden, plaatsen
waar mensen wonen, bomen die warmte
sparen voor de winter, vogels die door nieuw licht
de Ems oversteken naar het verre roepen
van vogels aan de andere kant. Pluk de dag
die voor je ligt zolang het duren mag.
Poëzie
Vier gedichten
Gidslezing
The Matter with Words
Poëzie
De man van vroeger duelleert met de vergankelijkheid
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Treffend
Poëzie
It’s all in vain
Poëzie
De man van vroeger leeft voort
Poëzie
Vandaag heb ik niemand een gelukkige verjaardag gewenst
Poëzie
Jullie geraken nooit van mij af
Poëzie
Het doorzichtige
Poëzie
Groeningemuseum
Poëzie
No problem
Poëzie
Gerezen rots
Poëzie
Fluistering
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Devotie voor verstoten vogels
Poëzie
Kust (1) en (2)
Poëzie
Z. T.
Poëzie
Steenmarter
Poëzie
Ik bloed opnieuw
Poëzie
Onverwacht gezelschap
Poëzie
markov: het wil en wil je
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Lessen
Poëzie
Parks
Poëzie
Grote vijver
Poëzie
Oefeningen in transcendentie
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Vreemde gast
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Matisse in Nice (oud en doorwerkend)
Poëzie
Stilleven met oesters en kwartel
Poëzie
Gedicht 2
Poëzie
Vormen van stilte
Poëzie
Afspraak
Poëzie
Zit
Poëzie
alsof we
Poëzie
Uit de diepte
Poëzie