Redactioneel
Kust (1)
Zomin als met de stenen en het gras
of gindse afgewaaide hoed
valt er te praten met je ledematen van albast
die door de hemel
aan komen gedreven.
Duizend meeuwen op zand slobberen hun messenscheden leeg.
Woorden zijn schuim in een taalloos kabaal,
zelfs mijn knie
beseft niet wat ik zeg –
laat staan dat jij
ver onder de heersende, waterige afgrond
iets zou horen ervan.
De zee een bed met zijden kwasten
alsof daar ooit nog
rust te vinden is.
Kust (2)
Een oog meedogenloos –
zo alleen kan ik zee zijn
met de langgerekte traag gewelddadige golven omslaand
en meegesleept, reeks van
al de voorbije momenten, mijn deining die op zand stuit.
‘Wat hebt u een blije bril.’
Mag ook een wees, water ziend leven, weten hoe het is:
te zijn voortgebracht,
in de weerstroom te vergaan.
Poëzie
Vier gedichten
Gidslezing
The Matter with Words
Poëzie
De man van vroeger duelleert met de vergankelijkheid
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Treffend
Poëzie
It’s all in vain
Poëzie
De man van vroeger leeft voort
Poëzie
Vandaag heb ik niemand een gelukkige verjaardag gewenst
Poëzie
Jullie geraken nooit van mij af
Poëzie
Het doorzichtige
Poëzie
Groeningemuseum
Poëzie
No problem
Poëzie
Gerezen rots
Poëzie
Fluistering
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Devotie voor verstoten vogels
Poëzie
Z. T.
Poëzie
Steenmarter
Poëzie
Ik bloed opnieuw
Poëzie
Onverwacht gezelschap
Poëzie
markov: het wil en wil je
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Lessen
Poëzie
Parks
Poëzie
Bentlage
Poëzie
Grote vijver
Poëzie
Oefeningen in transcendentie
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Vreemde gast
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Matisse in Nice (oud en doorwerkend)
Poëzie
Stilleven met oesters en kwartel
Poëzie
Gedicht 2
Poëzie
Vormen van stilte
Poëzie
Afspraak
Poëzie
Zit
Poëzie
alsof we
Poëzie
Uit de diepte
Poëzie