Redactioneel
In de tuin van de afgebrande villa
Voeden we dieren op
Het zijn verstoten mezen
We geven ze eigeel
Het loopt gesmeerd
Denken we
Maar een week later zijn ze dood
Mijn nicht zegt dat het mijn schuld is
En dat ik naar de onderpastoor moet gaan
Die heeft dozen voor dit soort gelegenheden.
We leggen de mezen naast elkaar
Iedere mees krijgt een aparte doos
Mijn nicht zegt dat de onderpastoor vroeger taxidermist was
Ze vraagt of ik wel weet wat een taxidermist uitspookt
Het heeft niets met spoken
Maar alles met zielloosheid te maken
Denk ik.
Iedere doos krijgt een aparte put
Bidden kunnen we niet meer
We zijn te oud
Onze vingers zijn geen klauwen meer
Onze ringen zitten onze liturgieën in de weg
Toch horen we de aarde onwillig vallen.
’s Avonds eten we vanzelfsprekend eieren
Ons dieet is eenzijdig
Maar wij kunnen daar tegen
Omdat we ouders hebben
Die ons af en toe naar artsen voeren
In de behandelkamer heb ik de scherpste oren
En mijn nicht de langste A.
Poëzie
Vier gedichten
Gidslezing
The Matter with Words
Poëzie
De man van vroeger duelleert met de vergankelijkheid
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Treffend
Poëzie
It’s all in vain
Poëzie
De man van vroeger leeft voort
Poëzie
Vandaag heb ik niemand een gelukkige verjaardag gewenst
Poëzie
Jullie geraken nooit van mij af
Poëzie
Het doorzichtige
Poëzie
Groeningemuseum
Poëzie
No problem
Poëzie
Gerezen rots
Poëzie
Fluistering
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Kust (1) en (2)
Poëzie
Z. T.
Poëzie
Steenmarter
Poëzie
Ik bloed opnieuw
Poëzie
Onverwacht gezelschap
Poëzie
markov: het wil en wil je
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Gedicht
Poëzie
Lessen
Poëzie
Parks
Poëzie
Bentlage
Poëzie
Grote vijver
Poëzie
Oefeningen in transcendentie
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Vreemde gast
Poëzie
Gedichten
Poëzie
Matisse in Nice (oud en doorwerkend)
Poëzie
Stilleven met oesters en kwartel
Poëzie
Gedicht 2
Poëzie
Vormen van stilte
Poëzie
Afspraak
Poëzie
Zit
Poëzie
alsof we
Poëzie
Uit de diepte
Poëzie