Redactioneel
Als ik ergens niet tegen kan, is het machteloosheid. Ik moet heel eerlijk zeggen, ik vind de dood dus niet zo eng. Ik vind machteloosheid iets veel engers. Als mijn schip vergaat, laat mij dan alsjeblieft maar gewoon op de plek staan van die knal, dat ik in één keer weg ben. Laat staan dat ik nog met heel veel pijn in die zee lig te dobberen. Of nog erger, dat ik krijgsgevangene word. Dat vind ik veel zorgwekkender. Ik denk dat dat een essentieel deel is voor elke militair. Dat zit nou eenmaal in de deal. Je hebt hele mooie arbeidsvoorwaarden, eigenlijk. Maar dit is de meest duistere arbeidsvoorwaarde die je eigenlijk kan bedenken.
En als er eenmaal oorlog is en ik word naar zo’n gebied gestuurd, dan ga ik er eigenlijk gewoon van uit: ik kom niet terug. Als ik wel terugkom dan is dat mooi meegenomen. Je weet dat iemand dit in je maatschappij moet doen. Als je niet vanuit een individu denkt. Je hebt als Nederland, of als land, in principe iemand nodig die de veiligheid waarborgt voor jouw burgers. En ik denk dat wij daar goed geschikt voor zijn eigenlijk. En dan heb ik het niet over: u bent exceptioneel goed in potentieel doodgaan. Maar eerder van: dat hoort bij de maatschappij.
En ik zou zeggen: ik kom niet terug, maar ik vind dat mijn buddy’s terug moeten komen. Dus daarom ga je ook niet roekeloos handelen. Omdat je vindt dat je mensen aan boord hebt die je moet beschermen. Dus door te zeggen: het is niet erg als ik niet terugkom, maar anderen moeten wel terugkomen, heb je een soort balans tussen niet roekeloos gaan handelen, want je wilt de mensen aan boord beschermen, maar ook niet angstig gaan handelen, want je hoeft jezelf niet te beschermen. En je gaat ervan uit dat iedereen hetzelfde denkt. En daardoor beschermt iedereen elkaar, waardoor niemand roekeloos handelt. Maar niemand handelt angstig, omdat ze het van zichzelf hebben geaccepteerd. En dat is wat mij betreft een hele mooie balans.
Als ik dood ga in oorlog, zou ik nooit zeggen dat ik een goede dood heb gehad. Ik ben dan waarschijnlijk te jong doodgegaan, aangezien ik dan nog operationeel ben. Maar uiteindelijk gaan er in oorlog gewoon mensen dood. Ja, dan heb ik liever dat ik het ben, dan dat het iemand met een kind is. En heel vervelend voor m’n vriendin, maar die zoekt maar een ander. Ik denk dat het eerlijke antwoord is… Ik weet niet wat ik daar precies van vind, maar ik weet dat het erin zit. Ik denk dat ik in zekere zin idealistisch ben.
Deze tekst is samengesteld uit fragmenten van interviews met militairen over hun relatie tot hun eigen dood, afgenomen samen met Sam Simons. De tekst en de beelden zijn onderdeel van een nog lopend videoproject over hedendaagse memento mori’s.
Essay
Gewetensbezwaren.
Poëzie
Jij was het, deze, naar ons vernoemde
Essay
Verzet tegen de oorlogsretoriek
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?
Rubberhamer
Essay
Voetafdruk van een wrokkige god
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?
Capuchon
Essay
Dieser Krieg ist nicht unser Krieg
Poëzie
De onaantastbaren
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?
Twee beschuitjes als diner
Essay
Een vergeten vrede. Drie beelden
Beeld
Pacifisme
Eenzame avonturen
Het danshuis
Polarisatie, oorlog en samenleven
Als het regent in Noord is dat de schuld van Femke
Poëzie
Laatste Woorden
Essay
De stralende kracht van een visioen.
Poëzie
Gedichten
Surinaamse dagen
Mentale luiheid, innerlijke weerstand of toch meertaligheid?
Lettertype
POINTER (PEACE)
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?
Twee gedichten
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?