Redactioneel
In de maand dat ik dit schrijf, de traditionele Slachtmaand november, wordt bekend dat de aftredende Amerikaanse president Biden toestemming geeft voor de inzet van langeafstandsraketten door het Oekraïense leger. Daarnaast stemt hij in met de levering van zogenaamde antipersoneelsmijnen; dit zijn landmijnen met een beperkte levensduur, hoewel Human Rights Watch stelt dat ze niet altijd uitgeschakeld kunnen worden. Tegelijkertijd heeft president Zelensky, nog maar enkele weken na de presentatie van zijn ‘overwinningsplan’, gezegd dat 2025 ‘het jaar van vrede’ met Rusland moet worden. Dit laatste zonder twijfel in reactie op de verkiezingsoverwinning van Trump, die heeft beweerd ‘binnen een dag’ vrede tussen de strijdende partijen tot stand te zullen brengen.
Het lijkt een omkering van waarden: een Democraat die onverholen de belangen van het militair-industrieel complex dient tegenover een protofascistische Republikein die zich in deze oorlogszuchtige tijd als de laatste pacifist ontpopt.
Vanaf hun opkomst in de negentiende eeuw waren socialistische bewegingen pacifistisch georiënteerd. Naar hun idee werd oorlog aan de arbeidersklasse opgelegd om de belangen van de kapitalistische elites te dienen. Maar toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, steunden ze vrijwel zonder uitzondering de oorlogsinspanningen van hun eigen regeringen.
Hoe valt dat te rijmen met Trumps ‘America First’-politiek? Voor hem is oorlog niet de manier om zijn land weer op de kaart te zetten, maar daarom is hij nog geen pacifist. Oorlog vraagt om engagement en solidariteit, om een socialistische predispositie, maar het is slecht voor het zakenleven. Met de keuze voor isolationisme geeft Amerika onder Trump de wereld terug aan een natuurstaat, en wordt onder alle mooie woorden, verdragen en vriendschapsbanden een hobbesiaanse werkelijkheid zichtbaar. Het is ieder voor zich, een oorlog van allen tegen allen, met de VS niet langer als arbiter maar als toeschouwer.
Al voor ik begin jaren tachtig stemrecht kreeg, was ik fervent aanhanger van de Pacifistisch Socialistische Partij, de PSP van Fred van der Spek en Bram van der Lek. Het was niet zozeer het pacifisme of het socialisme dat me aansprak, als wel de onverzettelijkheid van beide heren. Hoe ze na de troonrede met zijn tweeën op hun stoel bleven zitten als er voor de koningin ‘Hoera’ werd geroepen. Het is dit sentiment van wat Marian Donner, in navolging van Herbert Marcuse, ‘de grote weigering’ noemt,* die na de teloorgang van de PSP in GroenLinks werd overgenomen door de Partij van de Dieren, de eigenlijke opvolger van de PSP.
‘Hou vast aan je idealen’: met die slogan verzet de PvdD zich tegen het ‘compromisme’ dat het huidige politieke landschap ondanks de radicalisering kenmerkt en dat de PSP destijds al de das omdeed. Toch gaat het niet om principes. Een aanhanger van een absoluut pacifisme, iemand voor wie oorlog onder alle omstandigheden verkeerd is, maakt het zich gemakkelijk. Deze hoeft niet meer na te denken; elke keuze is bij voorbaat goed. Maar ethiek gaat nu juist over praktisch handelen, over het maken van een keuze in een specifieke situatie.
Het pacifisme van de PSP vindt bij de PvdD een nadere uitwerking in vegetarisme, dat wil zeggen in het dagelijks volharden in de weigering om andere wezens te doden om in het eigen levensonderhoud te voorzien. De band tussen pacifisme en dierenbescherming lijkt sowieso natuurlijker dan die met het socialisme ooit is geweest, getuige het nationalisme van socialistische bewegingen toen puntje bij paaltje kwam, om nog maar te zwijgen over wat die combinatie in de jaren dertig verder voortbracht. Daarentegen worden pacifisme en vegetarisme beide gekenmerkt door wat Menno ter Braak ooit ‘de geest die niet wil transigeren’ (schipperen, plooien) noemde.
Een interessant voorbeeld van dat laatste is te zien in de film Straw Dogs (1971) van de Amerikaan Sam Peckinpah. Deze regisseur staat bekend om zijn expressieve geweldsscènes vol opspattend bloed en lichamen die in slow motion ter aarde storten. Aan het eind van de film wordt het huis van David, een door Dustin Hoffman gespeelde natuurkundige met pacifistische overtuigingen, belaagd door een groep gewapende dorpelingen die eerder in een controversiële scène zijn vrouw hebben verkracht. David heeft geen wapens in huis en lijkt kansloos. De film maakt van iedereen ogenschijnlijk een pacifist doordat je hem wil toeroepen zich over te geven. Maar David zegt: ‘I will not allow violence against this house’ en zet twee pannen water op het vuur. Uiteindelijk overwint hij alle belagers.
Deze onverzettelijkheid vormt voor mij de kern van het pacifisme. Als de reden rechtvaardig is, de methode rechtmatig en het doel om mensen tegen te houden die kwaad willen, kan strijd nodig zijn.
Onverzettelijkheid vormt überhaupt de kern van ons bestaan, zegt Spinoza, al noemt hij het conatus, het verschijnsel dat alle levende wezens in hun bestaan willen volharden. Op basis van dit simpele gegeven ontwerpt hij zijn ethiek: goed is wat bijdraagt aan mijn conatus, bijvoorbeeld als ik een leuke ontmoeting met iemand heb; slecht is wat mijn vermogens doet afnemen, als ik een onaangename ontmoeting heb.
‘Haat wordt versterkt als hij met haat wordt beantwoord en kan integendeel door liefde ongedaan worden gemaakt,’ zegt Spinoza in zijn Ethica (hoofdstuk 3, stelling 43). En hij legt uit: ‘Wie onrecht wil wreken met haat, leeft zeker een ellendig leven. Maar wie probeert om haat met liefde te overwinnen, is natuurlijk blij en vecht onbezorgd (…). De mensen die hij overwint, geven zich blij gewonnen, niet doordat hun krachten het begeven maar doordat ze toenemen.’ (E IV, 46, toelichting).
Spinoza’s ethiek is dus niet gebaseerd op een ideaal of een overtuiging maar op de praktische gevolgen van bepaalde affecten. De conatus brengt een ethiek van geweldloosheid met zich mee, ook wanneer die ethiek zoals in Straw Dogs met geweld verdedigd moet worden.
Overigens is in de natuur nergens vrede, er is alleen maar strijd en volharding in het bestaan. Pacifisme of de conatus – ze komen op hetzelfde neer – is dan ook geen excuus om op de eigen weerbaarheid toe te geven. Ze veronderstellen oefening en discipline, moed en kracht – militaire deugden. Maar vechten is leuk: ik vecht elke dag met mijn vriendin, tot groot wederzijds plezier. Je hoeft geen ruzie te hebben om te vechten, alleen maar levenslust.
*Naar haar in 2022 verschenen brochure van die titel.
Essay
Gewetensbezwaren.
Beeld
Ik denk dat ik in zekere zin idealistisch ben
Poëzie
Jij was het, deze, naar ons vernoemde
Essay
Verzet tegen de oorlogsretoriek
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?
Rubberhamer
Essay
Voetafdruk van een wrokkige god
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?
Capuchon
Essay
Dieser Krieg ist nicht unser Krieg
Poëzie
De onaantastbaren
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?
Twee beschuitjes als diner
Essay
Een vergeten vrede. Drie beelden
Beeld
Pacifisme
Eenzame avonturen
Het danshuis
Polarisatie, oorlog en samenleven
Als het regent in Noord is dat de schuld van Femke
Poëzie
Laatste Woorden
Essay
De stralende kracht van een visioen.
Poëzie
Gedichten
Surinaamse dagen
Mentale luiheid, innerlijke weerstand of toch meertaligheid?
Lettertype
POINTER (PEACE)
Open oproep: Waarom ben ik pacifist?