SPINAZIE

Er hoeft niet veel te gebeuren voor ik
een eigen wil toeken aan levenloze objecten. 
Neem nu deze spinazie
die als een bevroren, groene baksteen op de plank ligt. 
Hij wil niet loslaten, ook niet
wanneer ik de plank verticaal houd of ermee schud. 

Hij is een boomklever, een geblokte, koppige kikker. 
Ik moet hem wegjagen door te roepen,
met kokend water te gooien
tot zijn poten smelten

en hij met een klap
op zijn rug in de wasbak valt.




MANGO

Snijd de pit uit de mango als het hart uit een oranje diertje.
Kijk naar de draden, dat goud, dat zonkleurige glanzen.
Kijk hoe het vlees zich rond dat harde heeft gewenteld als een huls.
Breng de pit naar je mond en sluit langzaam de kaken,
voel haar gewicht en zuig het sap uit die oranje mantel,
uit die rafelende zenuwbanen. Voel hoe je aders vol lopen.
Sijpelende kleuren, moederzon, tot van dat glanzend hart
alleen een steen overblijft. Gerimpeld als kurk, zwarte groeven
waar schaduw in schuilt als een groep hermelijnen in een gracht.




PLANK

Ik balanceer een landschap op de palmen van mijn handen.
Twee torens peper en zout, een avocado als een rollende sloopkogel.
De stad moet ik dragen, haar gewicht, haar bewoners,
voor er barsten verschijnen en er vogels crashen tegen de ruiten.

Onder het plaveisel klopt het strand en de hand
die zegt wie leeft en valt. Ik wandel tot de rand en kijk
naar de rivier van autolichten die het donker in stroomt.


Mattijs Deraedt (1993) is dichter en poëzieredacteur bij het literaire tijdschrift Kluger Hans. In 2020 bracht hij zijn debuutbundel De schaduw van wat zo graag in de zon was blijven staan uit bij Poëziecentrum. Het jaar daarop stond de bundel op de shortlist van De Grote Poëzieprijs. Hij studeerde Schrijven aan het RITCS en publiceerde onder meer in Het Liegend Konijn, DW B en Tirade.

Meer van deze auteur