Redactioneel
Dit verhaal gaat niet over de man die met mij vreemdging, het gaat over zijn vrouw.
Ik weet weinig van haar. Het duurde zelfs even voor ik achter haar bestaan kwam. Haar echtgenoot had haar in het begin van ons contact simpelweg buiten beschouwing gelaten. Gek genoeg nam ik het hem niet kwalijk, integendeel: hun huwelijk ontkennen was een denken waarin ik graag meeging, het maakte me minder schuldig.
Feyza heette ze. Ze was 33 jaar oud, had roodgeverfd haar, en was voor de liefde vanuit Frankrijk naar Nederland verhuisd. Ze werkte bij een onderzoeksinstituut, was volgens haar echtgenoot opgewekt, aanwezig. Online vond ik hun vakantiekiekjes. Daar stond ze dan, op een uitkijkpunt, naast de man die mij ‘s nachts berichtjes stuurde. Een van de voornaamste herinneringen die ik nu aan haar foto’s heb is het roze fleecevest dat ze droeg, een kledingkeus die voor mij haar onschuld onderschreef. Ik vroeg op een gegeven moment aan hem of hij dacht dat we vriendinnen zouden kunnen zijn. Hij zei: Feyza kan met iedereen vriendinnen zijn.
Haar man leerde ik online kennen, hij reageerde op een oproep die ik een paar weken na mijn afstuderen op LinkedIn had geplaatst. De zoektocht naar werk vlotte niet, en hij wees me op een geschikte vacature. Het chatten ontspon zich snel: van formaliteiten over mijn studie en zijn baan naar persoonlijke ontboezemingen, over en weer. Naar gesprekken over zijn geboortestreek. Naar doorgestuurde kattenfilmpjes. Naar geroddel over mensen die we toevallig allebei bleken te kennen. Naar een eerste telefoongesprek (34 minuten lang), dat ietwat stroef verliep. Naar de ochtend waarop ik mijn kledingkast filmde en hem liet uitkiezen wat ik die dag zou dragen. Naar dronken bekentenissen, op het nippertje weer verwijderd.
Na een tijd vertelde hij het me. In hem was ik teleurgesteld, maar richting Feyza voelde ik weinig: geen haat, geen berouw, niet eens jaloezie. Ze bleef abstract, en ik deed weinig moeite dat te veranderen. Het besef dat ik me schuldig zou moeten voelen was scherper dan mijn daadwerkelijke wroeging. Uit het dagboek dat ik toen bijhield: ‘Natuurlijk had ik op dat moment moeten stoppen met de berichtjes. Deed ik dat? Nee, natuurlijk niet.’
In de HBO-serie Sex and the City (1998-2004)is het vriendin Charlotte die het hoofdpersonage Carrie aanspreekt op de affaire die ze op dat moment heeft met haar ex, de ongrijpbare en getrouwde Mr. Big. ‘It was a force bigger than me,’ zegt Carrie als haar vriendin haar terechtwijst, ‘I feel bad enough already.’ Charlotte, het meest conservatieve personage van de serie, laat zich niet van de wijs brengen: ‘Good. You should feel bad. You’re the other woman. She’s just the idiot wife. You don’t know anything about her.’
Hoe doe je het goede tegenover iemand die je niet kent, tegenover iemand die jou gevoelsmatig in de weg staat? Charlotte had gelijk: mijn onverschilligheid was onhoudbaar, ik kon de realiteit niet blijven uitstellen. Vooral niet omdat Feyza’s man zinspeelde op een ontmoeting. Ik twijfelde, mijn verlangen naar hem nam toe.
Rond de tijd van deze affaire ging er een nieuwsbericht viraal: ‘Drie vrouwen blijken dezelfde vriend te hebben, dumpen hem en gaan samen op reis’. Duizenden likes. Sisterhood. Voelde ik me geen slecht mens omdat ik inmiddels had ingestemd met een ontmoeting met Feyza’s echtgenoot, dan voelde ik me wel een slechte vrouw. Ik dacht aan vriendinnen van wie de vriend was vreemdgegaan, de grote woorden over vrouwelijke solidariteit die ik toen had verkondigd. Goede vrouwen zijn geen homewreckers, goede vrouwen zijn medestanders. Zoals Anna en Anja in De schaamte voorbij (1976), die op elkaar verliefd worden als ze het gedrag van hun man en minnaar Ton zat zijn. Of de vrouwen uit de films The Other Woman (2014) en Diabolique (1996), die samen revanche nemen op de man die hen tegelijkertijd bedriegt. Het goede doen – mijn contact met Feyza’s echtgenoot verbreken – was niet alleen een morele zaak, maar ook een feministische. Een gevoel van loyaliteit waarvan ik me afvroeg of het mannen ook bekend was, en of het ons vrouwen niet alleen werd opgelegd als een veredelde vorm van slutshaming.
Ruim een maand na onze eerste berichten reisde ik naar Rotterdam, voor een ontmoeting. Onderweg dacht ik aan mijn moeder, werkzaam als juf, die geregeld vertelt dat ze het meteen aan een leerling merkt als zijn of haar geweten zich niet op een normale manier ontwikkelt. ‘De ogen van zulke kinderen focussen niet als ik ze terechtwijs,’ zegt ze dan, ‘ze blijven glazig voor zich uit kijken.’
Zijn blik, daarentegen, was scherp. Het was een van de eerste dingen die me opvielen toen hij de deur van zijn huis – hun huis – voor me opendeed, zijn guitige, heldere oogopslag, die de ernst van de afspraak wegnam. En op het moment dat onze blikken elkaar daar op de drempel kruisten, wist ik dat ik het kon: handelen uit puur egoïsme, vrij van alle schuldgevoelens die ik hoorde te ervaren.
Eenmaal binnen ging dat me aardig af, want alles wat aan Feyza kon herinneren was vakkundig weggewerkt, van de ring die om zijn vinger hoorde te zitten tot de fotolijstjes in de boekenkast, nu alleen maar met foto’s van hem gevuld. Ik voelde me goed, onbevangen.
En toch dook Feyza op, pas later op de avond, toen het kwaad eigenlijk al geschied was. Haar man en ik lagen naakt op het kleed in de woonkamer. Hij rommelde wat met het condoom dat ik uit voorzorg had meegenomen. Het duurde maar, en ik keek de kamer rond waar ik in mijn fantasieën al zo vaak was geweest. Hij vloekte.
‘Is het het condoom?’
‘Sorry,’ mompelde hij.
‘Lukt het niet? Kan ik nog…?’
‘Nee, dat is het niet,’ zei hij, ‘het is Feyza. Ik kan dit niet. Met jou. Het lukt gewoon niet.’
‘Lief dat je toch aan haar denkt,’ zei ik, maar eigenlijk voelde ik een scherpe haat: niet jegens Feyza, maar jegens haar man.
Ik had zo gehoopt dat we samen het slechte zouden doen.
Poëzie
Nagloed
Essay
Een vlek genaamd goed
Essay
Vrede in tijden van oorlog
Essay
Au fond
Essay
Graag het goede willen doen
Verhaal
Nieuwe kleren
Poëzie
ER GEBEUREN VEEL GOEDE DINGEN MAAR VERSNIPPERD
Poëzie
Het beste
Verhaal
Utopie
Poëzie
Zwemles
Essay
Enantiodromia
Verhaal
My sweetest choice
Poëzie
OOIT MOET ER IEMAND TEGEN ZIJN WIL ETHICUS ZIJN GEWORDEN
Essay
Lange Tamara en de kleine daden
Essay
Het goede bestaat niet
Verhaal
Omdat wij familie zijn
Poëzie
Ik trek een binnenplaats in mij over
Essay
Close reading: een stoomcursus
Verhaal
Waar gevaar begint
Poëzie
Drie gedichten
Poëzie
Kraters: 10 Configuraties
Essay
Lessen in onderhandsheid
1922
Apathisch vierkant in 1922
Het wilde lezen