De eerste twee
die we zelf gemaakt hebben,
omringd door de ethici
met hun knuppels en schilden.

Waar mogen die twee
nog beschadigd worden
en kunnen ze tegengehouden worden
als ze op elkaar klimmen?

Ze zijn er al mee begonnen
en straks raken ze ons aan, wie wil dat echt tegenhouden,
ze zijn zo veel mooier
dan de rustigste van ons zich herinnert dat hij óf een ander ooit was.

(Bovendien, de eerste ethicus
is al begonnen muntjes te gooien naar de twee op de vloer,
op het tapijt, omdat ze als kinderen zijn
en we willen niet dat ze huilen en blijven liggen omdat ze gevallen zijn.)

Je bent niet gemaakt
om rond te lopen als een waarover gehoopt wordt
dat hij nog eens kan spreken, maar om meer te maken
waarover je weet dat er meer van kan zijn.

(Het kwade noch het goede
bestaat ergens uit, is iets,
want als ze iets waren waren ze van elkaar
en hadden ze aan elkaar genoeg.)

Nachoem M. Wijnberg (1961) is dichter – in maart 2022 verschijnt zijn twintigste bundel Namen noemen – en publiceerde vijf romans – laatstverschenen Alle collega’s dood (2015). In 2018 ontving hij de P.C. Hooftprijs. Hij is ook werkzaam als hoogleraar aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam.

Meer van deze auteur