Als jongetje had ik al meegekregen
hoe haar kersenmond de aardkorst kuste
en ik wou dat ik een wezen was ontstegen

Een dozijn dakloze verloskundigen (m/v) was aangetreden
om het langverwachte kind uit de fluwelen warmte
van zijn tijdelijk verblijf te lokken,
en het in de paarse bibbering van dit uitheemse
in stukken horen slaan door manshoge klokken

Voor mijn wagenwijde ramen staande slaan wij samen
het circuleren van de mensenmassa’s gade,
hoe ze in en uit stromen –
dood aan het leven en leve de dood!
Dood aan de afvallende ballen,
aan de afgevallen hoofden van ballen,
de afvallende harten van kalende ballen

Heden is het herfst en oorlog, mijn afvallig volk
heeft zich aan de wijsheid van mijn raam onttrokken,
en de killer-kwallen komen eraan. Oktober 2008,
van overal vandaan dreigen monsterlijke dromen,
eerder dan verwacht. Loopbanen te over. Miljoenen
moeders met elk 30.000 ongeboren zonen

En ik wou dat ik een wezen was ontdaan
van de papegaaise pracht vol angst en beven,
monsterlijk manshoog in de passage
ergens achteraan de nevels van de maan