Van postuur blijft hij de frêle jongen
voor wie alles amper is begonnen. Hij
speelt de krijgsheer die stram het heilig
huis bewaakt, en anderen tot ridder slaat.
Zijn paard staat onder dak op het station.

Soms verlaat hij als Parcifal het museum,
en dwaalt door het woud, en vergeet
de opgeborgen boeken. En ziet
de oude eik die gisteren
door de bliksem werd getroffen.