De watten bloezen over de druipende pas.
Om uit te blazen klimt u bovenop de op de top in de bocht
geplaatste picknicktafel. Uw gezelschap
wendt zich zolang af.
O de ootmoedige halm blinkt
en stralend hazelaarblad zou grinniken als het kon
om aanstormende ravijnen, om wat daarachter.
Zoals ze licht opslokt, die zee! Onhoorbaar!
O overtijgend avondrood. O sprankeling
genageld, van alle kanten dicht. Ay adders
wemelend onder het gras –
wie nu geen huis heeft laat zich waaien.

Anneke Brassinga (1948) werd aan de Universiteit van Amsterdam opgeleid tot literair vertaler en vertaalde werken van onder anderen Nabokov, Plath, Melville, Diderot en Broch. Sinds 1987 wordt haar eigen werk, proza en poëzie, uitgegeven door De Bezige Bij. In 2015 ontving zij voor haar poëtisch oeuvre de P.C. Hooft-prijs.


Meer van deze auteur